"Het is duidelijk, de rest van de wereld zal de jacht op ons openen na de 24 medailles hier in Sotsji", legde Hendriks uit. "Nederland wordt opgejaagd wild. We krijgen het alleen maar moeilijker."

Hendriks stelde wakker te hebben gelegen van het Nederlandse succes in Rusland. "Ik heb diep respect voor wat de atleten hier gepresteerd hebben."

"Als land hebben wij een grote ambitie, we willen bij de beste sportlanden van de wereld horen. Dat is een stevige opgave als je ziet tegen welke landen we in de arena treden."

"We willen het ook beter doen dan de vorige keer, telkens weer. Daarom was de ambitie voor Sotsji ook acht plus één", verwees hij naar de acht medailles die in Vancouver gehaald werden.

"Terugblikkend was dat misschien wel een zeer bescheiden doelstelling. Maar ik heb daar ook bij gezegd dat dit een ondergrens is, zonder een bovengrens te willen aangeven. Ik denk dat we met deze 24 medailles (8x goud, 7x zilver, 9x brons) de bovengrens wel benaderd hebben."

Hendriks sprak lovende woorden over het schaatsen en het shorttrack in het algemeen en benoemde ook de prestatie van bobsleeërs Esmé Kamphuis en Judith Vis. "Dat zij vlak achter de wereldtop zaten, net naast het podium, was een prestatie van formaat in die sport."

Echter was er ook een kritische kanttekening richting de prestaties van de Nederlandse snowboarders. "De verwachtingen waren duidelijk hoger daar. Maar we hebben daar twee jaar geleden een weg ingezet en het blijkt dat in de huidige topsportwereld succes in twee jaar tijd niet verwacht kan worden."

"Ik vergelijk het graag met het shorttrackprogramma dat we na Turijn 2006 hebben ingezet. Het heeft acht jaar geduurd, maar dat levert nu de eerste medaille op. Samen met meer finaleplaatsen en top-achtklasseringen dan ooit tevoren."

Hendriks stelde wel achter het programma te willen blijven staan en vindt dat er geen groot verschil zit tussen het Nederlandse snowboarden en het roeien en judo, waar na de voor die sporten teleurstellende Spelen van Londen wel hard is ingegrepen.

"Dat komt ook omdat wij met NOC*NSF twee jaar geleden samen met de NSkiV de nieuwe route zijn ingezet. Dan kan je niet nu al zeggen: bedankt en tot ziens. Daarnaast ben ik blij dat Wopke de Vegt met al zijn ervaring een topsportcultuur heeft gecreëerd in het snowboarden."

Overigens is de steun aan alle topsportprogramma's, van het schaatsen tot het bobsleeën, afhankelijk van de financiële middelen die NOC*NSF tot zijn beschikking heeft. De sportkoepel zal gezien de huidige budgeten de komende jaren moeten bezuinigen.

"Gezien de huidige financiële realiteit zullen we harde keuzes moeten maken. Daar gaan we open de dialoog over aan. Ook met het Nederlandse schaatsen. De harde keuzes zijn noodzakelijk tenzij we de Nederlandse overheid of het bedrijfsleven weten te overtuigen meer te investeren in de topsport."