Kuipers was in Thialf aan het werk voor de ISU toen KNSB-voorzitter Doekle Terpstra direct naast hem aan een speech begon. Onwetend probeerde Kuipers door te werken tot hij merkte dat zijn schaatscarrière het onderwerp van de toespraak was. “Ik was volslagen verrast”, lachte hij na afloop. “Het was een soort samenzwering. Ik was bezig met werk voor de dopingcontrole toen ik ineens doorhad dat er over mij gesproken werd.”

Terpstra prees de wereldkampioen allround van 1975 om zijn inzet voor de schaatssport. “Deze speld is een blijk van erkenning voor alles wat je betekend hebt voor het schaatsen, niet alleen in Nederland, maar ook internationaal.”

Kuipers was verheugd met de onderscheiding. “Ik heb altijd alles met plezier gedaan. Ik zeg altijd: ‘dit heb ik niet verdiend.’ Ik heb voor mijn gevoel nooit wat extra’s gedaan. Maar het is leuk dat mensen waarderen wat je doet.”

Hij kende een bijzonder sportieve carrière. Hij stapte in 1974 uit de kernploeg om bij het gewest verder te gaan met schaatsen en aandacht aan zijn studie medicijnen te kunnen geven.

Het jaar erop werd hij prompt wereldkampioen. Nog nooit was het verschil tussen een winnaar en de nummer twee op een wereldkampioenschap zo klein: 0.05 punten. Hij werd in zijn schaatsloopbaan ook nog twee keer Nederlands kampioen.

Na zijn wereldtitel stopte hij met schaatsen en werd arts. In die hoedanigheid is hij nog altijd actief bij de ISU en het IOC.