Hamelin domineerde het hele seizoen al. Hij greep zeven keer goud in de wereldbeker en wist die sterke vorm door te trekken tot de Olympische Spelen. De Canadees nam met vijf ronden te gaan de koppositie over en bouwde ronde voor ronde de snelheid op. Niemand wist hem meer te bedreigen.

Hamelin maakte er een slagveld van, waarin alleen Han en An konden volgen. Het zilver was voor de Chinees. Shorttracklegende in Russische dienst, Victor An, kon op deze hoge snelheid ook geen acties meer plaatsen. Hij pakte het brons.

Met het goud op de 1500 meter verzekerde Hamelin zich van zijn derde olympische titel. Vier jaar geleden moest hij in zijn thuisland in Vancouver wachten tot de laatste dag van het shorttracktoernooi. Toen won hij binnen een half uur de 500 meter en de aflossing met de mannenploeg.

Het brons van An, die in een eerder schaatsleven voor Zuid-Korea drie olympische titels (2006) en vijf wereldtitels won, is de eerste medaille voor Rusland in een olympisch shorttracktoernooi.

Sjinkie Knegt leek op weg naar de winst in de B-finale, maar werd in de laatste bocht onderuit gereden door een Zuid-Koreaanse concurrent. Daardoor eindigde Knegt als vijfde in de B-finale en als twaalfde op de 1500 meter. Niels Kerstholt werd zestiende.

Opvallend was het ontbreken van de regerend wereldkampioen Da Woon Sin in de eindstrijd. De Zuid-Koreaan lag in de halve eindstrijd op kop, maar gleed in de bocht onderuit en nam daarmee zijn landgenoot Lee mee. Lee werd door de jury toegevoegd aan de finale, maar eindigde zesde. Daardoor kent de 1500 meter voor het eerst in twaalf jaar een winnaar die niet uit Zuid-Korea komt.