Eerst terug naar september vorig jaar. Nadat voor Hamers geen plek meer was in de plannen van het intussen gestopte team Sprog, verzamelde hij enkele andere ploegloze rijders, een ploegleider en financiële ondersteuning van zijn vader om in korte tijd een nieuwe formatie uit de grond te stampen. Gezamenlijk gingen zij op trainingskamp naar Frankrijk, waar het noodlot toesloeg voor de initiatiefnemer en naamgever van de ploeg. Een steen op de weg, een klap, en Hamers werd even later wakker in het ziekenhuis. Gevolg: een verbrijzelde voet, een gebroken arm en diverse andere verwondingen.
“Volgens de eerste prognose was sport niet meer mogelijk en zou ik last houden met lopen”, blikt Hamers terug. Terwijl de door hem geselecteerde mannen wekelijks hun rondjes afwerkten in de marathons, moest Hamers vanaf de kant toekijken. Eerst vanuit de rolstoel, later op krukken en aan het eind van het seizoen als ploegleider op de kruising. De revalidatie ging voorspoedig. “Mijn voet was net een pakje gebroken beschuit, maar de artsen waren verbaasd hoe goed het herstelde. Langzaam mocht ik opbouwen naar volledige belasting en in april kon ik alles weer.”
Het wonderlijke herstel maakte dat Hamers weer vooruit kon kijken naar het nieuwe seizoen. Hij nam afscheid van ploeggenoten Rémon Vos, Christiaan Hoekstra en Ruben Marinus en ploegleider Henk Wind. Met Nino van Dijk, Daan Berkhout, Arjen van Damme en Klaas Poortinga kwamen er nieuwe rijders bij en met Joël Bom en Dyon Talsma is de formatie ook bij de beloften vertegenwoordigd. Danny Stam werd aangetrokken als kersverse ploegleider om de boel in het gareel houden.
En zo gebeurde het dat Team Hamco/ Motorama afgelopen maand opnieuw in Frankrijk op trainingskamp was. Op de fiets reden ze langs de plek des onheils. Van de huidige teamleden was enkel Hamers er vorig jaar ook bij, en hij weet er niets meer van. “Dat heeft me waarschijnlijk wel geholpen. Ik zit weer zonder enige angst op de fiets.”
De formatie staat er goed voor richting het nieuwe seizoen, aldus Hamers. Met Van Dijk en Van Damme beschikt de ploeg over winnaars uit het beloftenpeloton en daarnaast hebben Poortinga, Hamers en Van Damme al ervaring op het hoogste niveau. Voor die laatste is het zelfs een terugkeer in de topdivisie, na een avontuur bij Jumbo – Visma en een jaar ploeteren in het vangnetteam van de KNSB. Een beknelde liesslagader bleek hem destijds dwars te zitten. Na het verhelpen van die kwetsuur kende hij afgelopen seizoen opnieuw succes bij de beloften.
Dankzij zijn goede contact met de familie Hamers kwam er voor hem weer een plekje vrij bij de A-rijders. De Zeeuw reisde deze zomer een keer in de week naar het noorden voor een gezamenlijke training en kende een goede voorbereiding. “Als je bij de A’s gaat rijden heb je dat wel nodig”, stelt Van Damme, die ook regelmatig aan de start verscheen van de skeelermarathons. “Dat ging boven verwachting goed. Ik zat vrij dicht achter de écht goede skeeleraars. Daar was ik erg blij mee.”
Van zijn hernieuwde kennismaking met het hoogste niveau heeft hij nog weinig verwachtingen. “Als ik een goede wedstrijd bij de B’s reed, kon ik winnen, maar dat zegt helemaal niks voor dit seizoen. Voor hetzelfde geld word ik er gelijk afgereden. Er zijn vier grote ploegen en wij behoren tot de kleinere. Een overwinning is een mooi doel, maar waarschijnlijk niet realistisch. We moeten kijken waar we staan en hoever we kunnen komen. Misschien is het podium, misschien top-vijf of top-tien. Het belangrijkst is lekker schaatsen en kijken of iedereen zijn ding kan doen in het peloton. Daarna kijken we pas verder.”
Net als Van Damme heeft ook Hamers nog geen idee wat het seizoen de ploeg zal brengen. “Doelen hebben we nog niet zozeer uitgesproken”, stelt hij dan ook. Over zijn eigen vorm is hij voorzichtig optimistisch. “Ik ben niet ambitieloos, maar zolang de eerste wedstrijden niet zijn verreden weet ik het niet. In mijn achterhoofd wil ik van alles en de ijstrainingen gaan goed, maar je moet in mijn situatie een slag om de arm houden. Het is nu eerst even verstand op nul en het ervaren.”
Het marathonseizoen begint zaterdag 11 oktober in Hoorn met de Boerenkool met Worst-marathon. Van de pupillen tot de masters komen rijders in actie bij deze eerste wedstrijd van het jaar. Voor de landelijke rijders is het een wedstrijd zoals op natuurijs: beloften en topdivisierijders rijden samen. Met 42 vrouwen en 57 mannen staan er heel behoorlijke pelotons aan de start van deze 'testwedstrijd waar weinig van afhangt'.
Voor het peloton is het een eerste meetmoment, vindt ook Arjen van Damme. "Hier kunnen we leerpunten uit halen om voor Amsterdam nog even aan te werken. Lang niet iedereen staat aan de start, maar het is een mooi initiatief met een leuk peloton. Zo kunnen we de vorm goed aftasten om te zien wat we kunnen."
Na de wedstrijd in Hoorn gaat het seizoen van start op zaterdag 18 oktober. In Amsterdam staat traditioneel de openingswedstrijd om de Jaap Eden Trofee op het programma. De volledige marathonkalender vind je hier.