Natuurlijk ging het op het Schildmeer om een echte koers. Om een prijs die de naam van de winnaar in de boeken brengt. Maar dat was niet voldoende om alle sterke mannen naar Duurswold te lokken.

De schaduw van het KPN NK Natuurijs reikte van de Rietplas bij Emmen ook tot het Schildmeer. Op de startlijst prijkten uiteindelijk de namen van 36 A-rijders. Geen mannen van BAM, geen mannen van Van Werven, en op Mark Bruggink na ook geen mannen van DHW/Power-Play.

Dat nam niet weg dat er wel een koers op het ijs werd getoverd die de moeite meer dan waard was. Vanaf het begin ging de beuk erin op het vijf kilometer lange parcours, waar het peloton direct na de start lang de wind op kop had, om daarna in vliegende vaart met wind in de rug weer terug te keren.

In die omstandigheden kwam het al snel tot een flinke kopgroep. Elf sterke mannen vonden elkaar, met onder verder ook Douwe de Vries, Martijn Kromkamp, Sjaak Schipper, Geert-Jan van der Wal, Wierd Osinga, Douwe Bierma, Jochem Uithoven en Yoeri Lissenberg.

Het elftal sloeg een gaatje dat al snel een gat werd. Na een paar ronden was al duidelijk dat het peloton de koplopers niet meer zou terugzien. Van dat peloton zelf bleef overigens ook niet zo veel over, want de koers was toch behoorlijk zwaar.

Jens Zwitser was een van de uitvallers. Na vijftig kilometer hield hij het voor gezien. De man die zaterdag nog de Alternatieve won op de Weissensee, miste dit keer de kopgroep. "En het was toch ook een beetje een test hier’’, vertelde Zwitser, die de gevolgen van zaterdag nog voelde in het lijf.

"Ik ben toch nog wel wat stijfjes hier en daar. Het blijft natuurlijk wel een wedstrijd over 200 kilometer, en daar moet je lichaam echt van herstellen. Met het oog op het NK van morgen wilde ik hier daarom ook niet te gek doen.’’

Dat laatste gold eigenlijk voor iedereen, maar toch werd er nog volop gekoerst voor de winst. De groep van elf brak in stukken toen Kromkamp, De Vries en Aerts wegreden. Dat drietal werd echter weer teruggehaald, vooral tot ongenoegen van Kromkamp, die met lede ogen toezag hoe De Vries niet echt wilde doorrijden. "Maar ik had Hadders nog in de groep achter me zitten. Dat is in principe de snelste man van het stel’’, verdedigde De Vries zich.

Dat bleek zo’n twintig minuten later, toen inderdaad Hadders zich na een lange sprint als eerste bij de streep meldde. De winnaar ging daarna door de knieën en poetste demonstratief de schaatsen van De Vries. "Hij en Geert-Jan van der Wal hebben heel veel werk voor me verzet, dat was echt geweldig.’’

Maar Hadders voelde daardoor ook meteen de druk. ,,Tja, ik moet het dan wel afmaken ook natuurlijk. De laatste tien kilometer was ik daar behoorlijk nerveus van. Maar dat geeft ook meteen weer de adrenaline die je nodig hebt om zo’n sprint te winnen.’’

Hadders vreesde in de finale vooral de snelheid van Jochem Uithoven. "Die heeft op Flevonice toch al een paar keer laten zien dat hij heel rap kan aankomen. Hij was voor mij de gevaarlijkste concurrent.’’

Uiteindelijk had Hadders echter het meest te duchten van twee andere Wadro-mannen: Aerts en Van de Pol. De laatste had zich in de finale wat ingehouden. "Van der Wal zat achter me, en die ga ik niet naar de streep rijden’’, vertelde Van de Pol. "Ik heb misschien een beetje gepokerd, maar dat kon even niet anders.’’

Dat zal woensdag op de Rietplas bij Emmen anders zijn, als er voor het vierde seizoen op rij een Nederlandse natuurijstitel op het spel staat. Dan zal er niet worden gepokerd, maar gereden. "Dit geeft me in ieder geval behoorlijk wat zelfvertrouwen’’, bekende Hadders. "Natuurlijk zijn er daar veel mannen wel bij die er vandaag niet waren, maar dat zien wel dan wel weer.’’