Rob Hadders had het met stijgende verbazing aangezien. Hij was vooruit met Vreugdenhil en Hekman in een koers die makkelijk als loodzwaar kon worden bestempeld. Hij had gezien hoe Hekman al flink wat inspanningen had moeten leveren, maar nauwelijks aan kracht leek te hebben ingeboet.
"Die Hekman is zo sterk, dat is echt onvoorstelbaar. Ieder ander was al lang kapot geweest, maar hem kregen we niet stuk. Hekman is een man van graniet. Bijna niet te slopen. Maar we hebben er een paar boorhamers op gezet, en uiteindelijk het toch gelukt."
Die boorhamer was in dit geval vooral Frank Vreugdenhil, die onvoorstelbaar veel werk verzette. "Ik voelde me heel sterk vandaag, heb ook steeds van voren gezet", vertelde Vreugdenhil. Hij maakte inderdaad ook al deel uit van een kopgroep van vijf – met verder Jaap Smit, Peter Nauta, Bart Hakkenberg en Ingmar Berga – die lang vooruit was. Naderhand zag Vreugdenhil hoe ploeggenoot Hadders en Hekman weg waren. "Daar probeerde ik nog heen te rijden, zodat we samen konden proberen Hekman aan te pakkken."
Vreugdenhil kwam inderdaad bij de twee koplopers, en daarna begon het grote spel. "We moesten hem slopen", wist Vreugdenhil. "En dat kon alleen door steeds te demarreren. Dat was de enige manier. Ik heb dat wat vaker gedaan dan Hadders, zodat hij zich een beetje kon sparen voor de sprint."
Gary Hekman wist al wat het scenario zou worden op het moment dat hij Vreugdenhil zag komen. "Ik was al sterk, maar dan weet je dat je twee keer zo sterk moet zijn om te kunnen winnen. Dat lukte me bijna. Vreugdenhil en Hadders hebben bij elkaar wel twintig keer geprobeerd weg te rijden, en de laatste demarrage van Vreugdenhil was eigenlijk net even te veel. Ik moest het gaatje dichtrijden, maar het kostte te veel kracht."
Hekman baalde zichtbaar. Zo sterk en niet winnen, dat is hem in zijn loopbaan zelden overkomen. "Eigenljik nooit", meldde hij na een korte bedenktijd. "Want ik was deze dag echt goed. Ik denk dat ik gewoon de sterkste was. Jammer dat het dan niet meer oplevert dan een tweede plaats." En met een lach: "Ik had gewoon de pech dat er precies twee van die klojo’s van SOS Kinderdorpen met me mee waren. Eeuwig zonde."
Hadders wist dat hij bij een sprint in het voordeel zou zijn. "Op het rechte stuk ben ik denk ik de snelste van allemaal." Hekman is er echter van overtuigd dat hij dat is. "Dat denk ik wel, ja", stelde de beer uit Gramsbergen. Deze keer viel het tweegevecht echter uit in het voordeel van Hadders.
De strijd tussen Vreugdenhil, Hadders en Hekman was de zinderende apotheose van een fantastische wedstrijd bij het pittoreske Goingaryp. Die staat te boek als de revanchewedstrijd voor het NK op natuurijs, maar daar was in dit geval geen sprake van. De man op wie revanche zou moeten worden genomen, nationaal natuurijskampioen Jorrit Bergsma, ontbrak namelijk.
Veel maakte dat achteraf niet uit. Met 68 man stond er toch een behoorlijk peloton dat een prima wedstrijd op het ijs toverde. In omstandigheden die de koers behoorlijk selectie maakten. Het onderkomen van de zeilschool Het Garyp stroomde al snel vol met uitgeputte schaatsers. "Het is echt een loodzware koers", verzuchtte Joost Juffermans, die net als de meeste van zijn collega’s al een aardig jasje had uitgedaan in het NK en de voorgaande wedstrijden.
Rob Hadders voelde die vermoeidheid ook. "Ik had echt zere benen, vooraf al. Dacht ook dat het lastig zou worden het leiderspak in het natuurijsklassement in mijn bezit te houden, maar dat heb ik nu opeens heel stevig in handen."
Hadders betreurde het dat in Goingaryp niet iedereen aan de start stond, maar begreep het ook wel weer. "Er staan deze week allemaal mooie wedstrijden op het programma, en het liefst wil je niets missen. Maar uiteindelijk moet je toch lastige keuzes maken. Want je wilt wel alles rijden, maar je kúnt niet alles rijden."
Over het – voorlopige – doorstrepen van de Elfstedentocht was Hadders vooral nuchter. Natuurlijk, zegt hij, had hij een heel klein traantje in zijn ogen. "Want je wilt het zó graag! Aan de andere kant gaat de volgende ochtend gewoon de zon weer op, en is er weer een andere koers. Ik ben er van overtuigd dat de Tocht nog wel eens komt tijdens mijn loopbaan. En je moet ook realistisch zijn. Bij de Elfstedentocht staan er honderd aan de start. Aan het einde van de dag is er slechts eentje de held, en is de rest voor het leven gefrustreerd."
Mark Tuitert, olympisch kampioen op de 1500 meter, debuteerde in het marathonpeloton. De langebaanschaatser stapte na 25 kilometer uit.
"Ik ging op een gegeven moment te diep zitten. Toen liepen de benen vol'', aldus Tuitert, die net als Erben Wennemars deel uitmaakt van de tijdelijke KPN-ploeg. De succesvolle BAM-formatie sloeg de Ronde van Skarsterlân over.