Hij plaatste zich samen met Mark Tuitert en Sven Kramer, gevestigde namen. “En oudjes, hè. Mark en ik dan. We zijn de enige dertig-plussers in het sprinten die naar de World Cup mogen.”

“Het was toch wel weer spannend, zo’n 1500 meter”, gaf Groothuis toe. “De laatste die ik reed was negen maanden geleden, op de WK Afstanden.” In trainingswedstrijden had hij alleen maar 500 en 1000 meters gereden, maar dat was geen belemmering om hard te kunnen rijden.

“Een 1500 meter is meteen ‘bam’. Je hebt die druk nodig en die ontbreekt bij trainingswedstrijden. Het heeft dus niet veel nut om die te rijden.” Bovendien paste een trainingswedstrijd over die afstand niet zo goed in het traject dat Groothuis en Jac Orie na de KPN NK Afstanden hadden uitgestippeld.

“Ik heb tot tweeënhalve week geleden getraind. De tijd was uiteindelijk toch wel beperkt. Ik dacht: ik moet gewoon in een keer goed rijden.” Voor de wedstrijd speelde de zenuwen nog wel op bij de ervaren Brand Loyalty-rijder. “Ik was echt wel zenuwachtig. Dat is bij de NK Afstanden ook altijd en dit was nu voor mij een NK Afstanden. Het was een herkansing.”

Die herkansing pakte in Thialf goed uit, stelde Groothuis zelf ook vast. “Ik ben blij dat de eerste ronde zo gemakkelijk ging. Dat geeft vertrouwen voor het NK Sprint.”

Op dat toernooi heeft Groothuis de blik nu gericht. Hij mag dan wereldkampioen sprint zijn, toch wordt het lang niet eenvoudig om ook de nationale sprinttitel te veroveren, zei hij. “Dit wordt één van de moeilijkste Nederlandse kampioenschappen ooit. Het niveau is verschrikkelijk hoog. Er is een heel rijtje potentiële winnaars.”

“Eigenlijk doen de hele Beslist.nl en Brand Loyalty-ploeg mee. Dat zijn toch een heel zooitje mannen.”