Groenewoud hield daarmee Anna van den Bos, die ze een dag eerder op de puntenkoers voor zich moest dulden achter zich. Het brons was voor Tereza Bohumska uit Tsjechië. Danielle Giezen en Jasmijn Visser eindigde net naast het podium op plaats vier en vijf.
Van Workum pakte na zijn overwinning op de puntenkoers ook het goud op de afvalkoers. Mike Dogterom en Merijn Scheperkamp zorgden met plaats twee en drie voor een geheel oranje podium. Harm Visser en Max Douma wisten op plaats zes en zeven ook een plaats in de top tien te bemachtigen.
Bij de A-junioren werd de afvalkoers gewonnen door Indra Medard, gevolgd door Tibo Vanhove en Andrew Reichert. Tiemen van der Kolk was op plaats zes de beste Nederlander. Noah Boogaard werd twaalfde.
Bij de meisjes werden er door Debby Behr en Maaike Verweij Nederlandse medailles in de wacht gesleept. De kadetten pakte op de afvalkoers het zilver en brons, zij moesten alleen Kaja Gajewska uit Polen voor zich laten. Ramona Westerhuis en Vera-Lou Gemser moesten het op plaats vier en vijf net zonder podiumplek doen.
Bij de jongens was er alweer reden voor een Nederlands feestje, Gert-Jan van Diepen wist daar het brons te bemachtigen. Jason Suttels en Radek Fajkus pakten het goud en zilver. Sem Koster, David Holmes en Bart Klaver eindigden respectievelijk op plaats zes, acht en tien.