Tot deze woensdagmiddag op het doorweekte Flevonice. In een sprint klopte hij Martijn Kromkamp en Martijn van Es.
De laatste weken moeten Christijn Groeneveld vertrouwen hebben gegeven, maar zullen ook aan hem hebben gevreten. De rijder van AMI Kappers zette een fraaie reeks podiumplaatsen op zijn naam, maar steeds ontbrak de plek waar hij het meest op aasde: de eerste.
''Ik was er elke keer dichtbij, maar het lukte elke keer net niet om een wedstrijd te winnen. Dan weet je dat het er een keer van gaat komen. Die overtuiging had ik zelf ook wel, maar het is toch prettig als het dan eindelijk een keertje gebeurt. Ik ben er echt superblij mee.’’
Groeneveld refereerde nog maar eens aan de woorden van zijn voormalige trainer Jillert Anema. ''Als er iemand voor het eerst gewonnen had, zei hij altijd dat er een winnaar bij was gekomen. En zo is het. Ik weet nu wat winnen is, de ban is gebroken. Dat is een prettig idee en geeft vertrouwen voor de toekomst.’’
De winst van de Noord-Hollander kwam niet uit de lucht vallen. Groeneveld maakte deel uit van een kopgroepje van zes man, en staat simpelweg te boek als de snelste van dat stel.
Alleen van Geert-Jan van der Wal had Groeneveld nog iets te duchten, maar Kromkamp, Van Es, Arjen Becker en Rick Smit zijn op papier mindere sprinters. Groeneveld bevestigde zijn vrees voor Van der Wal. ''Met hem weet je het toch nooit. Hij kan best heel rap zijn.’’
Dat gevoel had de kleine man van SOS Kinderdorpen zelf ook. ''Ik achtte mezelf niet kansloos. Je weet nooit hoe het loopt.’’ Maar op het moment dat hij die woorden sprak, zat Van der Wal al kansloos in het restaurant van Flevonice.
Materiaalpech leverde twee ronden voor het einde een val op, waarbij Van der Wal als bij een soort levend curling tientallen meters over het spekgladde ijs zeilde en uiteindelijk naast de baan op het asfalt belandde.
Zonder kleerscheuren, maar wel flink balend. ''Ik reed ergens overheen, waarna ik nauwelijks meer kon schaatsen. Ik heb het nog een ronde kunnen volhouden, maar na die val was het helemaal over.’’
Op dat moment had de jonge Smit al moeten lossen uit de kopgroep, waardoor er uiteindelijk vier sterke mannen overbleven. Met name Arjen Becker maakte een uitstekende indruk.
''Hij was misschien wel de allersterkste vandaag, had gewoon kunnen winnen denk ik’’, bekende Groeneveld. Maar Becker schikte zich in een dienende rol voor Groeneveld, en sleurde aan de kop van de groep om het verschil met het peloton in stand te houden.
Dat bleef lang gelijk. ''We hebben een hele tijd op veertig seconden gehangen’’, wist Martijn van Es. ''Maar uiteindelijk hebben we toch standgehouden en de voorsprong zelfs iets kunnen uitbouwen.’’
In de finale was hij kansloos tegen de overmacht van AMI Kappers, net als medevluchter Martijn Kromkamp. Die had in potentie ook nog wel iets kunnen beginnen, maar zag hoe Becker de sprint aantrok en de te rappe Groeneveld het werk daarna gedegen afmaakte.
Zo gaat Groeneveld zaterdag als een winnaar naar Alkmaar, zijn thuisbaan. ''Ik heb er naar uitgekeken daar te rijden, wil daar goed presteren. En nu kom ik daar met deze zege op zak.’’