Ze zette die tijd al neer in de negende rit van de olympische 1500 meter. Na de dweilpauze beet de concurrentie zich stuk op de tijd van Ter Mors, die een olympisch record had neergezet in Sotsji.

Ireen Wüst, de kampioene van 2010, kwam met haar 1.54,09 nog het meest in de buurt. Lotte van Beek greep met 1.54,54 het brons. In de laatste rit wist Van Beek haar ploeggenote Marrit Leenstra voor te blijven.

Leenstra stond tot aan de laatste rit nog op de derde plaats met 1.56,40. Uiteindelijk eindigde zij als vierde. De Russische Yuliya Skokova was met 1.56,45 de beste niet-Nederlandse op de vijfde plaats.

Het kwam bij de Olympische Winterspelen nog nooit voor dat bij een bepaald onderdeel alle drie de podiumplaatsen werden bezet door Nederlandse vrouwen. Jorien ter Mors (goud), Ireen Wüst (zilver) en Lotte van Beek (brons) hadden daarmee zondag op de 1500 meter een primeur in de Adler Arena.