“Het was wel een goede opwarming voor de voor mij belangrijkere 500- en 1000 meter. De 300 meter is nooit echt mijn specialiteit geweest. Op de EK was dat ook mijn slechtste afstand”, zegt Horsten in gesprek met schaatsen.nl

Het ‘probleem’ zit hem bij de 26-jarige inline-skater naar eigen zeggen vooral in de start. “In de eerste 100 meter ben ik gewoon wat te langzaam om echt mee te doen. De hele ronde is in principe wel goed genoeg om bij de beste twaalf te rijden, maar de opening is net iets te langzaam.”

Dat Horsten de finale niet haalde kwam voor hem dan ook niet als een verrassing, maar desondanks koos hij er bewust voor om te rijden. “De korte afstanden rijd ik ook altijd vooral omdat ik daarin een gunstigere serie-indeling kan verdienen op de 500 meter. Die wordt namelijk bepaald op basis van de uitslag van de 300 meter.”

Nadat de Nederlandse rijders wat laat arriveerden in Cali, ze vervolgens moesten wennen aan de omstandigheden en er ook nog wat problemen waren met het hotel en de inschrijving, voelt Horsten zich nu prima op zijn plek.

“Het gaat elke dag beter. We hebben ook goed kunnen trainen. In het begin is het een beetje wennen door het tijdverschil en het klimaat. We zitten ook een beetje op hoogte. De eerste dagen voel je dat wel, maar daar ben ik nu wel aan gewend. Het voordeel voor ons was wel dat het in Nederland ook al best warm was. Dat scheelde. Normaal gesproken is het verschil in temperatuur groter”, zegt hij.

Horsten kijkt dan ook met vertrouwen vooruit naar de 500 meter die donderdag op het programma staat, maar wat hij precies moet verwachten, weet hij niet. “Dat is moeilijk te zeggen. Je hebt namelijk ook een beetje geluk nodig met de serie-indeling.”

“Vorig jaar werd ik bij de WK zesde. Eigenlijk wil je je als sporter altijd verbeteren en dat hoop ik nu dus ook te doen”, aldus de rijder die de puntenkoers, die eveneens donderdag verreden wordt, aan zich voorbij laat gaan. “Ik wil me een beetje sparen voor de 1000 meter. Daarna rijdt ik wel de afvalkoers.”

Het valt Horsten tijdens zijn verblijf in Cali op hoe groot de World Games eigenlijk zijn. “Alles staat hier in het teken van de sport op dit moment. Overal hangen billboards en Ruurd Dijkstra werd zelfs gevraagd om een interview te geven op de Colombiaanse televisie. ’s Middags en ’s avonds eten we ook samen met alle sporters. Dat is wel gaaf, want dan zie je de andere sporters ook een keer en merk je pas echt hoe groot het is.”