Nog geen maand geleden reed Gerritsen op Thialf haar eerste wedstrijdrondjes van het seizoen tijdens het NK Sprint. Net hersteld van een hamstringblessure reed ze daar nog niet op volle kracht. Voor het WK waren haar verwachtingen dan ook reeel: "Mijn doel was vooral om vier goede afstanden te rijden. Over mijn eerste twee kan ik niet ontevreden zijn, maar ik baal dat het gat met Nesbitt zo groot is. Dat moet zeker kleiner worden, want ik wil haar verslaan. Dat zij hier bijna twee seconden harder rijdt dan ik betekent dat er nog wel wat werk te doen is."

Dat de 1.15.00 waarmee Nesbitt de 1000 meter won, bizar hard was, realiseerde Gerritsen zich niet direct. "Ik moest vrij snel na haar rijden dus dan dringt dat nog niet helemaal tot je door. Pas na mijn eigen rit besefte ik hoe ongelovelijk hard ze had gereden. Natuurlijk reed ze eerder dit seizoen ook al 1.14.00 in Calgary, maar met deze hoge luchtdruk en het slechte ijs zo'n baanrecord rijden, is echt een klasse apart."

Vooral het eerste volle rondje dat Nesbitt is 27.4 afraffelde vond Gerritsen indrukwekkend. "Ze pakt daar 8 tienden op mij, terwijl ik de sprintster ben. Gezien mijn hele voorbereiding moet ik hier tevreden mee zijn. Het gaat zeker nog niet helemaal zoals ik wil, maar het gaat wel alweer een stuk beter dan op het NK. Ik merk dat het elke week een stapje beter gaat. Ik mis alleen nog de echte snelheid om bijvoorbeeld rondjes 27 te kunnen rijden. Gelukkig voor mij deed de rest dat ook niet waardoor ik nog wel derde sta, maar Nesbitt staat ver boven de rest. Normaal gesproken is de tweede plek morgen het hoogst haalbare."