Twee ronden voor het einde gleed Hoekstra het peloton uit, in de bocht direct na de finish. De lange rijder van Groenehartsport.nl wilde aanvankelijk opkrabbelen, maar dat lukte niet. ’’M’n arm, m’n arm’’, schreeuwde Hoekstra. De vreemde houding van de man in het oranje pak maakte meteen duidelijk dat het mis was.

’’Een rare koers’’, kijkt Hoekstra (23) terug. Zijn rechterarm hangt een beetje langs zijn lichaam. Een handje schudden gaat nog net, veel meer doet hij liever niet. ’’Er werd heel hard gereden en iedereen had het gevoel dat er een massasprint zou komen. Op het einde rijdt er vervolgens een groep weg, waarvan de meesten ook denken dat die weer wordt teruggehaald. Daar gokten we iets te lang op en toen dat duidelijk was, werd de groep heel nerveus.’’

Hoekstra probeerde een goed plekje te vinden voor de sprint van het peloton. Zover kwam het niet. ’’Ik maakte niet eens een slag, maar ze kwamen van twee kanten naar binnen. Dan is er van onderling respect weinig sprake meer. Dan wordt het blind gaan. Voor ik het wist, ging ik voorover.’’

Ergens halverwege de baan kwam de glijpartij van Hoekstra tot een einde. ’’Dan lig je daar en denk je ’gevallen, nou ja, klote’. Maar toen ik overeind wilde komen, voelde ik meteen de druk.’’ Hoekstra herkende dat gevoel maar al te goed. ’’Eerder heb ik op de Weissensee een keer mijn arm uit de kom gehad. Ik wist meteen precies wat er aan de hand was.’’

Op dat moment maakte zich een mengeling van een beetje paniek en wat meer frustratie meester van de boomlange schaatser. ’’Ineens denk je aan van alles, en relativeren is dan het laatste dat je kunt. Je denkt in een flits aan alle rompslomp, aan wedstrijden die je misschien moet missen. Ik baalde enorm. Ik baalde al dat ik niet in die kopgroep zat en dan ging ik ook nog eens op m’n plaat met deze gevolgen. Man, man, man.’’

Het was vooral de topsporter in Hoekstra die de bittere teleurstelling voelde. ’’Ja, zeker. Ik wil elke wedstrijd mijn best doen. Presteren. Dat lukte aardig tot op heden en dan is dit heel vervelend. Vallen kan altijd gebeuren, maar waarom moet dit er dan weer bij? Ik kan waarschijnlijk een tijdje niet trainen. Voordeeltje is dat het NK pas op 3 januari is, maar dan wil je natuurlijk wel goed zijn.’’

Bij zijn eerdere ervaring met hetzelfde kwetsuur stond Hoekstra snel weer op het ijs. ’’Die schouder heb je maar een beetje nodig en een fit lijf van een topsporter herstelt ook wel redelijk rap. Ik moet het gewoon even afwachten, maar lekker is het zeker niet.’’