Het IOC staat het selecteren van een extra man of vrouw niet toe, zo blijkt uit de kwalificatie-eisen die de ISU in opdracht van het olympisch comité maakte.
Directeur sport van de KNSB Arie Koops sprak vrijdagmiddag tijdens een perslunch in Thialf nog expliciet de hoop uit dat het IOC reserverijders toe zou staan.
Sommige landen zouden volgens Koops wel en sommige landen zouden geen gebruik maken van de mogelijkheid. Kleinere schaatslanden hebben vaak al moeite om drie rijders te vinden.
Een schaatsnatie als Nederland heeft daarentegen het probleem dat er teveel goede rijders zijn voor te weinig startplaatsen. Zo kon het zijn dat Erben Wennemars zich individueel niet wist te plaatsen voor de Spelen van 2010 in Vancouver, waardoor hij ook niet in actie mocht komen op de achtervolging. Dit terwijl hij jarenlang deel uitmaakte van de vaste ploeg.
De KNSB pleit er dan ook voor dat een schaatser puur en alleen voor de team pursuit af mag reizen naar een olympisch toernooi.
Het nieuws komt voor Koops niet als een verrassing. Hij liet in Heerenveen al doorschemeren dat hij vooralsnog niets vernomen had over een eventuele reserverijder.
Omdat het doorgaans drie jaar duurt alvorens een besluit daadwerkelijk opgenomen wordt in de regels verwachtte hij dat Sotsji te vroeg zou komen.
In totaal zullen er twintig Nederlandse schaats(st)ers (tien mannen en tien vrouwen) aan de start verschijnen in Sotsji. Dit zijn er net zoveel als tijdens de Spelen van 2010.