Gary Hekman en de Nederlandse marathontitel op kunstijs worden al heel lang samen genoemd. Maar nooit legde de krachtpatser uit Kampen daadwerkelijk beslag op de titel die al jaren bovenaan zijn verlanglijstje staat. ’’Er zijn twee dingen die ik heel graag in mijn loopbaan nog eens wil winnen. Dat zijn deze kunstijstitel en een wedstrijd over tweehonderd kilometer’’, bekent Hekman.
En die nationale titel, die lonkt al jaren. Hij stond al op het podium, maar altijd náást het roodwitblauw. ’’Het past niet om te zeggen dat het tijd wordt voor een titel, want niet iedereen kan zijn loopbaan afsluiten met een NK op zijn palmares. Maar het zou echt een bekroning zijn als het lukt.’’
In zijn jacht op de titel was de mass-start tijdens het NK Afstanden in Thialf twee dagen voor de belangrijkste marathonwedstrijd van het jaar een welkome race. ’’Absoluut’’, geeft Hekman toe. En niet alleen omdat hij in de sprint om de titel Arjan Stroetinga aftroefde. ’’Dat is natuurlijk wel heel lekker, vooral omdat ik dat eerder in Thialf ook al deed in de cupwedstrijd. Geeft een goed gevoel.’’
Maar Hekman noemt ‘snelheid’ als tweede belangrijke punt in die mass-start. ’’Dat gevoel was ik toch een beetje kwijtgeraakt. Eerst door de Vierdaagse, waarvan je weer moet herstellen. Vervolgens omdat we door het NK met de ploeg niet in Thialf konden trainen, maar moesten uitwujken naar Leeuwarden. Dan kun je niet veel op snelheid trainen en daardoor miste ik de controle op heel hoge snelheid een beetje. Die kon ik weer opdoen in de mass-start.’’
De rijder van AB Vakwerk voelde dat vrijdag ook in Thialf. ’’In het begin van de koers reed ik nog niet zo goed, maar daarna kreeg ik het gevoel van snelheid wel weer terug. Het laatste rondje reden we volgens mij 24.3. In de laatste bocht maakte ik ook veel foutjes, puur omdat ik moest wennen aan die hoge snelheden die je echt niet zo heel vaak kunt rijden. Daarom is die mass-start heel belangrijk geweest.’’ Lachend: ’’Al is het natuurlijk lekker om ook te winnen als je er toch bent.’’
De strijd om de Nederlandse titel marathonschaatsen wordt nog veel zwaarder voorspelt Hekman. ’’Het wordt echt een heel zware dag en een heel moeilijke opgave om te winnen. Maar het is zeker niet onmogelijk, al moeten we daar echt alles aan doen en mogen we als ploeg geen grote fouten maken.’’ Die ploeg heeft hij absoluut nodig om te kunnen winnen, stelt Hekman. ’’Zeker weten. Want ik kan niet 150 ronden alles alleen doen. Ik weet dat ik tot tachtig, negentig rondes vaak overal zelf bij kan zitten, maar daarna wordt dat moeilijker.’’
En meezitten in de juiste ontsnapping ziet hij als cruciaal. ’’Want ik geef je op een briefje dat het geen massasprint gaat worden. Die tijden zijn geweest. Het wordt een slijtageslag met veel aanvallen. En de kunst is om mee te zitten met de juiste, liefst met een ploeggenoot bij me. Dan zou het dit jaar misschien kunnen lukken.’’