Gelukkig hebben we Femke Kok. Ze ziet momenteel als enige van het sprintersgilde der vrouwen licht aan het einde van de lange, donkere tunnel die Lee als een soort erfenis naliet toen ze afscheid nam van de sport in 2018. Kok is in aantocht, gretig en verbeten als ze is om eindelijk de snelste vrouw van de planeet te worden. Als je de koningin van de 500 meter dan tot op 0,12 nadert, zoals zaterdag in de Olympic Oval, dan weet je: de wisseling van de wacht is nabij.
Zodra Friese nuchterheid in het kwadraat – want dat blijft Femke onder alle omstandigheden – met dat soort opmerkingen wordt benaderd, doet ze iets wat ze meestal nalaat met schaatsen aan d’r voeten. Dan remt ze af en wekte voor de toehoorders dat het allemaal niet zo’n vaart hoeft te lopen. Het besef dat de machtsgreep ruimschoots binnen haar fysieke mogelijkheden ligt, moet landen, en het liefst in haar tempo. Daarom is ze terecht heel opgetogen na de zoveelste aanscherping van haar beste tijd op de 500 meter (36,48), deze keer met 0,35 (‘Een hele hap hoor’). Wat ze ook zegt, is dat ze het niet had verwacht dat ze zó hard naar die vermaledijde Lee aan het rijden is. Dat geeft de burger én de schaatsfans moed, maar Kok lijkt de weg der geleidelijkheid ook prima te vinden.
Zo reageert ze bij de NOS met terugwerkende kracht verheugd op het feit dat ze ‘eindelijk weer eens’ de laatste buitenbocht in de rit heeft mogen rijden. “Altijd wanneer we op deze snelle banen schaatsen, heb ik de laatste binnenbocht. Ik was onderhand weer benieuwd hoe het zou zijn om op volle snelheid op de buitenbocht af te gaan. Dat is goed bevallen. Wat ging dat hard zeg!” Inderdaad. Op een zucht van die duizelingwekkende Lee-tijd.
Daar droomt ze van, natuurlijk. Ooit een keer de beste zijn. Ze kan bij wijze van spreken Sang-Hwa Lee op haar schouder tikken en roepen: hé, het is mijn beurt. En dan: “Ik weet ook dat die tijd mega scherp staat, met een opening van 10,0 seconden.” Dat klinkt als opkijken naar, terwijl die drempel nagenoeg verdwenen is. “Nou, nee, ik zit er dichtbij hoor, dat geeft vertrouwen. Er zijn alleen nog wat dingetjes die beter moeten. Sneller vertrekken, anders voor de bochten uitkomen wanneer het ijs beter glijdt dan ik gewend ben.”
Morgen is er weer een dag, besluit Femke. Dan mag ze opnieuw losgaan voor een 500 meter. En ligt er een wereldrecord te wachten. “Dat is nog een dingetje. Ik ga m’n best doen.”
Bij de mannen zijn de aanwijzingen voor een staatsgreep minder duidelijk zichtbaar. Van de huidige heerser Pavel Kulizhnikov mag zijn 33,61 sneuvelen. De kandidaten weifelen stuk voor stuk; alleen Jordan Stolz wil gerust de barrière slechten, getuige de regelmaat van winnen die hij langzaam maar zeker weer aan de dag legt. Na de 1000 meter zegeviert hij zaterdag ook op de halve afstand. 33,88 is sterk, geen spookachtig sensationele score. Genoeg om de Pool Damian Zurek opnieuw te temmen. Tingyu Gao is derde. Vijf man blijven onder de 34 tellen, dat oogt indrukwekkender dan het is op de hooglandbaan. Stolz doet zijn job, andere toppers zijn niet thuis. Slechts Jenning de Boo slaagt er als enige Nederlander in zich te laten afstempelen als lid van de top-10 (tiende, met 34,23). Joep Wennemars (twaalfde, 34,33 is een pr), Sebas Diniz, achttiende, 34,66) en Stefan Westenbroek (laatste door een val) tellen niet mee. Zij dalen nu af naar de B-divisie, geen beste ontwikkeling in de race voor de olympische quotaplekken...
En weer klonk er zwaar vuurwerk in de B-divisie van de World Cup, deze keer op de 500 meter voor de mannen. Xue Zhiwen, drie maanden 22 jaar, katapulteerde zichzelf op fenomenale wijze weg voor een supersnelle sprint. Hij kwam – na correctie – uit op 33,95, waarmee hij direct naar de positie van snelste schaatser dit seizoen op de kortste discipline promoveerde. Tot zaterdag was die eer voorbehouden aan Jenning de Boo, die op het Daikin NK Afstanden voor het eerst in zijn carrière onder de 34 seconden was uitgekomen (33,98).
De Chinees Zhiwen moet ook uiterst verbaasd hebben opgekeken na zijn demonstratie, want hij had als persoonlijk record een allesbehalve indrukwekkende tijd van 34,84 staan, in februari van dit jaar gereden in Milwaukee tijdens de World Cup. Met die tijd werd hij toen tweede in de B-groep. Vervolgens schaatste hij nog acht keer een 500 meter waarvan de meeste in dikke 35’ers eindigden.
De Aziatische atleten domineerden de strijd overigens op het tweede niveau van de wereldbeker; de eerste vijf plaatsen waren respectievelijk voor een Chinees, een Koreaan, weer een Chinees, opnieuw een Koreaan en tenslotte een Japanner. Zhiwen was de enige die in de 33 seconden dook. Merijn Scheperkamp stelde teleur met de achtste plek, in 34,44.
Het vrouwenveld leverde een soortgelijk beeld op: de top-3 was afkomstig uit Azië, met Ying-Chu Chen uit Chinees Taipei als nummer 1.
De Duitse belofte Finn Sonnekalb belichaamde met zijn twee optredens in de World Cup de voorzichtige wederopstanding van de schaatssport bij de oosterburen. Hij ontfutselde eerst op de 1000 meter Jordan Stolz z’n juniorenwereldrecord, daarna deed hij dat opnieuw op de schaatsmijl via een verbluffende race. De Amerikaan reed op de 1000 meter 1.06,72 in oktober 2022 op de Olympic Oval. De 18-jarige Sonnekalb verbeterde die tijd met 0,24 - 1.06,48 – en werd daarmee de eerste rijder die Stolz een wereldrecord afpakte. Hij nestelde zich op een prima vijfde stek in de A-divisie, achttienden achter winnaar Stolz. Het verging hem nóg beter op de 1500 meter die hij met een podiumplaats (derde) afsloot, in het kielzog van Stolz. 1.41,33 is de nieuwe maat, 1.42,26 was Stolz' markeerpaaltje.
Alle uitslagen van dag 2 staan hier