Op het eerste oog ziet het er eenvoudig uit. Vier bakken met asfalt, daarboven een constructie die water vernevelt zodra het kwik naar de 0 graden daalt. Een warmtecamera staat op het experiment gericht. Onder het asfalt ligt isolerend piepschuim. Voor de sier liggen ook vier paar schaatsen uitgestald. Meer is het niet.

Toch is hier een bijzonder experiment gestart. Vijftien partijen uit de wetenschap, (schaats)sport en techniek werken samen om uit te zoeken wat nu de optimale constructie is voor een zogeheten combibaan: een baan waarop je in de zomer kunt skeeleren en in de winter bij minimale vorst kunt schaatsen op natuurijs.

In de vier bakken verschilt het asfalt in soort en/of dikte. Hieronder ligt isolerend schuimbeton. Sensoren meten de temperatuur op verschillende dieptes (en hoogtes). Als het experiment slaagt, kunnen de onderzoekers heldere conclusies trekken. “We gaan monitoren hoe snel het asfalt afkoelt en hoe snel het weer opwarmt”, vertelt hoogleraar Mark van der Meijde, aardwetenschapper van de Universiteit Twente. “Dan weet je hoe je zo snel mogelijk natuurijs kunt maken én hoe je die ijslaag zo lang mogelijk vasthoudt.”

Toen de professor afgelopen winter in de krant stond met een verhaal over aardwarmte kreeg hij snel een telefoontje van Ger Beernink, voorzitter van de KNSB-sectie natuurijs. “Om in zachte winters toch te kunnen schaatsen is de combibaan 2.0 onmisbaar”, zegt Beernink. Of de UT iets kon betekenen in de KNSB-zoektocht naar de ideale samenstelling van die combibaan?

Zeker kon dat. Van der Meijde, zelf schaatsliefhebber en betrokken bij de IJsclub Haaksbergen, dacht en werkte graag mee. Het UT FieldLab was in ontwikkeling, een soort proeftuin voor divers wetenschappelijk onderzoek, en daarin paste zo’n ijsbaanexperiment uitstekend. Op 2 oktober werd de wetenschappelijke proeftuin feestelijk geopend door rector-magnificus Tom Veldkamp.

Natuurijsproef KNSB FieldLab
Foto: Carl Mureau

Het FieldLab in Enschede omvat zeventien experimenten, waarmee de UT oplossingen zoekt voor urgente vraagstukken rond klimaatverandering, duurzame steden en voedselzekerheid. Denk aan: kunnen groene daken steden verkoelen tijdens hittegolven? Hoe maken we onzichtbare ondergrondse kabels zichtbaar zonder te graven? En hoeveel water verdampt er van een veld naar de lucht?

De experimenten zijn verdeeld over vier thema’s. De schaatsproef valt binnen de categorie Watercyclus en Klimaat. Meer dan vijftien partijen werken hieraan mee. Naast de KNSB en UT zijn dat onder meer bedrijven als Dura Vermeer, Van Kessel (asfalt) en Supersub Sportsystems (isolatie). Ook de Winterswijkse IJsvereniging (WIJV), die veel kennis heeft opgebouwd met haar eigen combibaan, is bij de proef betrokken.

“Het is hartverwarmend om te zien hoe al die partners meewerken”, zegt Beernink. “Vele tientallen natuurijsclubs hebben interesse om nieuwe combibanen aan te leggen of bestaande banen te vernieuwen. Via onze expertgroep geven wij hun al zo goed mogelijk advies. Met de resultaten van dit experiment kunnen wij hen straks nog beter ondersteunen, liefst via een handboek dat we zo van de plank kunnen halen.”

Het UT FieldLab is compleet nieuw en voor onbepaalde tijd aangelegd, maar het aanbod aan experimenten is flexibel. Hoelang het ijsexperiment blijft staan, is nog niet bekend. KNSB en UT hopen komende winter al wel eerste conclusies te kunnen trekken, waarna de proefopstelling mogelijk wordt ververst.

“Al het asfalt dat we nu gebruiken is zwart, mogelijk dat we straks in één bak witte coating aanbrengen”, zegt Beernink. In Winterswijk zijn ze al zo ver. Daar heeft WIJV de 400-meterbaan recent geheel van een witte verflaag voorzien, die zonnestralen moet weerkaatsen zodat ijs op de baan minder snel wegsmelt.

Voor de KNSB is het experiment in Enschede belangrijk. Om de schaats- en skatesport een duurzame toekomst te bieden, zijn goede accommodaties onmisbaar. Niet voor niets heeft de schaatsbond samen met Essent en Daikin het Team Duurzaam IJs opgericht. Duurzame kunstijsbanen zijn onmisbaar om ook de volgende generatie te kunnen laten schaatsen.

“Minstens zo belangrijk is dat wij ook onze kleinkinderen het unieke gevoel van schaatsen op natuurijs kunnen meegeven”, zegt Beernink. “Zo blijft het schaatsen als cultureel erfgoed behouden. Daarvoor hebben we onze natuurijsclubs nodig en daarvoor hebben we ook meer combibanen nodig. Dit experiment gaat ons helpen om te komen tot de ideale samenstelling daarvan.”

Voor wie nieuwsgierig is naar het ijsexperiment in Enschede: het UT FieldLab is overdag open voor het publiek. Meer informatie over het ijsexperiment vind je hier.