‘Je snapt niets van tactiek.' Het werd Ewout Beijeman de voorbije weken meer dan eens na een wedstrijd om de KNSB Marathon Inline Cup verweten, met name door de Staphorster skeelerbroers Haasjes. Ergens snapte hij de kritiek, want hij vindt zichzelf soms te voorzichtig rijdend, maar tegelijkertijd probeerde hij er wel tegenin te gaan. Helaas, zo merkte Beijeman steeds, miste hij in die discussie de branie van de Haasjes.
Hij wijt het aan een portie zelfvertrouwen dat nog ontbreekt in de skeelerraces waar ook de grote ploegen aan meedoen en die dan meestal het koersverloop bepalen. “Het gebeurt na afloop dat ik denk de benen te hebben gehad om meer uit de wedstrijd te halen." Het Open NK in Hallum was het beste voorbeeld. Kenners die de kraker van dichtbij hadden gevolgd, meenden dat Beijeman die dag de prijs voor de strijdlustigste rijder (Willem Poelstra Trofee) had verdiend. Omdat hij geen Fries is, zo fluisterde men, viel Hylke de Boer de eer te beurt.
“Dat is wel zo. Inderdaad, ook toen waren de Haasjes niet zo tevreden over mij. Ik was met Ronald de enige die in dezelfde koerssituaties belandde; wij hadden meer van de kopgroep kunnen maken, maar ik reed te afwachtend. Ik was een toeschouwer in mijn eigen koers, zo van kijken wat de rest zal doen, terwijl ik meer initiatief had kunnen nemen. Ach, al doende leer je hè", concludeert de rijder van Habovo die Nijelamer afgelopen woensdag heeft moeten overslaan wegens een plotselinge koortsaanval.
Als jonge twintiger ligt het speelveld van schaatsgerelateerde sporten immers helemaal open voor Beijeman. Hij handhaaft zich dit seizoen keurig in de hoogste regionen van de Marathon Inline Cup. Alle keren scoorde hij punten en momenteel staat hij op de zevende plaats in het tussenklassement. “Dat is niet slecht, al zou ik graag een keer om de dagzege meestrijden.” Het lijkt een kwestie van zich meer laten gelden en meer lef tonen in het koersgewoel. Wie z’n kop boven het maaiveld durft uit te steken, komt eerder in het vizier van de betere teams die altijd op zoek zijn naar talent.
Beijeman lonkt er wel stiekem naar, zonder zich er heel expliciet over uit te spreken. Hij kiest eerder voor de zekerheid van een maatschappelijke carrière, waarbij politicologie vooralsnog de boventoon voert. Zijn bachelor heeft hij binnen, de kans is niet ondenkbaar dat hij zich binnenkort namens het CDA op de lokale politiek zal storten in zijn woonplaats Oldebroek. De kopman van de christen-democraten Henri Bontenbal noemt hij een voorbeeld. Daarnaast heeft Ewout een minor journalistiek afgerond. “Ook een vakgebied dat me erg aanspreekt.”
Feit is dat hij sinds afgelopen winter verslingerd is geraakt aan schaatsen op natuurijs. “Ik ben te laat begonnen, pas twee seizoen geleden, maar waarom weet ik niet zo goed. Voor hetzelfde geld had ik nu al in de Topdivisie gezeten, als ik eerder zou zijn gestart. Ik skeelerde voorheen en dat beviel me. Eerlijk gezegd keek ik niet verder dan mijn neus lang was. Rond mijn negentiende realiseerde ik me dat iedereen in m’n omgeving ’s winters op de ijsbaan stond. Waarom ik niet? vroeg ik me toen af. Een aantal vrienden van me heeft aan landelijke beloftemarathons meegedaan. ‘Waarom zou je dat ook niet proberen?’, zeiden ze. Dat ben ik gaan doen. Eerst C-marathons in het oosten van het land; die won ik zo makkelijk dat ik werd voorgedragen om in de B’s te kunnen starten." Dat doet hij sindsdien voor Schaatsteam Drenergie.
Opvallende uitslagen waren er tot dusver niet. Toch bekent hij op de Weissensee verliefd te zijn geworden op het natuurijs. “Ik was voor het eerst in Oostenrijk en dacht meteen dit gevoel is door weinig andere wedstrijden te overtreffen. Het was zó leuk dat ik, toen we weer eindeloos die rondjes reden op de kunstijsbanen, de marathons bijna niet meer als schaatsen beschouwde. De overgang van het inlinen naar het ijs is me overigens behoorlijk tegengevallen. De techniek is totaal anders, die heb je niet zomaar onder de knie. Naarmate ik meer marathons schaatste, raakte ik gewend aan de hardheid. Tegen het einde van de cup kon ik mee schuiven in de groep en aanvallen”, aldus Ewout die training krijgt van Jan Maarten Heideman, nog altijd de recordhouder als het gaat om het aantal kunstijsoverwinningen. “Hij beweert vaak dat ik zo makkelijk schaats. Nou, antwoord ik hem dan, zo voelt dat niet.”