Evert, doet zo’n prijs wat met deze marathonschaatser?
Evert Hoolwerf: “Vorig jaar werd er gezegd dat we met AB Vakwerk geen goed seizoen hadden, maar het jaar contrasteerde met het laatste seizoen voor corona, waarin we voor mijn gevoel vrijwel alles wonnen. ‘Jullie rijden niet zo sterk’, was de klacht. Kijk je naar de uitslagen, dan was het vorige winter juist erg goed. Ik heb de meeste wedstrijden mogen winnen, vanuit dat oogpunt is het een mooie waardering voor de prestatie van het hele team.”

“Ik wist er niets van en had het ook niet verwacht, in de zin van: ik ben zo opgevallen dat er niemand anders de beste marathonschaatser van het jaar kan zijn. Ook niet toen Willem Hut op het podium verscheen, had ik niets in de gaten. Pas op het moment dat hij praatte over winnen op kunstijs en natuurijs, realiseerde ik me dat alleen ik dat kon zijn. Want niemand anders in onze ploeg deed dat afgelopen jaar… Mooi.”

Brengt de titel nieuwe of meer motivatie?
“Nu zeg ik: niet per se. Deze prijs geeft me geen zetje extra. Want de motivatie die ik heb is al echt groot. Er is een nieuwe sponsor (Reggeborgh), ik heb een heel goede zomer gedraaid, met gewijzigde trainingsmethoden, ik heb een veranderde aanvliegroute richting het seizoen. Maar je kent de slogan van de banken hè: in het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Dat is ook nu van toepassing. We staan zaterdag in Amsterdam allemaal op nul, hè. Daar zien we hoe goed het werk van de zomer is geweest. Spannend.”

Foto: Neeke Smit

De Jaap Edenbaan is erg vertrouwd terrein, daar heb je al vier keer gewonnen. Abc’tje zaterdag, zou ik zeggen.
“Ik heb twee keer de openingsmarathon gewonnen, maar wat zegt dat? Ik houd ervan daar te rijden, in de buitenlucht, met wind, regen, bladeren op het ijs, noem maar op. Voor het publiek is het niet leuk wanneer de hemelsluizen open staan, maar ik heb het wel het liefst.”

Je had het net over de nieuwe koers die je vaart. Hoort daar het hoofdstuk mass start bij, waarin je met je broer Bart wilt kijken hoe ver jullie kunnen komen?
“Mijn ideaalbeeld is dat ik met Bart naar de World Cups kan. De vraag is: kan dat? Je moet geselecteerd worden. Ik heb nu een race in de serie van vijf gewonnen – als beste uit een kopgroep. Misschien was dat niet representatief als je het niveau vergelijkt met wat er internationaal in de World Cup rondrijdt. In Nederland denken we allemaal dat we heel hard kunnen schaatsen; kijk je over de grens, dan zie je genoeg buitenlanders die ook kneiterhard rijden. Het is nog niet in een kannetje, zeg maar, en ik weet ook niet wat de bondscoach voor ogen heeft. Wil Ritsma verder met een langebaner, zoals Jorrit Bergsma die alom werd beschouwd als dé man voor de mass start?

Foto: Neeke Smit

Maar als Ritsma op hem blijft vertrouwen, kan dat ook de doorstroming voor anderen in de weg staan.
“Dat kan. Vorig jaar, toen de hele situatie rondom deze discipline wat penibel was, werd er heel erg teruggegrepen op de periode waarin hij met Arjan Stroetinga schaatste. Daar was niet tussen te komen, die twee vormden het beste koppel. Maar 'Stroet' is gestopt, dan moet je wat anders. Jorrit moet op een andere manier rijden, wat net zo goed voor mij geldt als ik met een andere partner de baan in moet. Het is aan Rintje. Het WCKT is een belangrijke wedstrijd, maar het onderdeel kun je niet vergelijken met een 500 meter. Je rijdt de snelste tijd en bent winnaar. In een mass start kan er van alles gebeuren: er schiet in de laatste bocht voor de finish iemand onder je door die je daarbij naar buiten drukt waardoor je als vijfde finisht. Dan heb je niks. Kun je dan beoordelen op een race?

“Ik ben blij dat ik er een heb gewonnen. Er staat in elk geval een 1-tje achter mijn naam. Ik zal eerlijk zijn: als ik bondscoach zou zijn, zou ik het evenmin makkelijk vinden om een keuze te maken. Er wordt gezegd: ‘Als je wilt presteren op de mass start, moet je er serieus voor gaan’. Dat hebben wij in de zomer nadrukkelijk gedaan, door onze schema’s aan te passen aan het mass start-programma. Bart en ik trainden anders dan de rest van de marathonploeg. Als de andere jongens vijf, zes uur op de fiets zaten, focusten wij ons meer op explosiviteit. Om een voorbeeld te noemen, hè."

“Ik heb al mass starts gereden in de World Cup, een keer met Stroetinga en twee met Jorrit. Daarin ben ik tweede, derde en zevende geworden. Verder heb ik een ploegenachtervolging gewonnen, met Bergsma en Douwe de Vries, met de eindzege in het wereldbekerklassement als toetje. We bevinden ons nu in een andere tijd. Na mijn optredens op de langebaan ging het met mij op dat vlak wat bergaf. Dat zorgde ervoor dat ik er minder gemotiveerd voor werd en me toelegde op de marathons omdat ik daar goed in ben.”

“Intussen ben ik van ploeg gewisseld. Bij Reggeborgh zijn meer faciliteiten en kunnen we het seizoen anders benaderen. Daarom spraken Bart en ik voor de zomer onze ambitie uit: we willen ook aan de gang met de mass start. Voor Bart is het de reden geweest Jumbo-Visma al na een seizoen te verruilen voor Reggeborgh. Roy Boeve, onze ploegleider ziet dat ook als een uitdaging waar ik hem graag in volg. Ik zou niets liever zien dan dat Bart en ik de World Cups kunnen rijden en straks in maart op het WK in Thialf zouden staan.”

Meer informatie over de Marathon Cup 1 - 50ste Jaap Eden Trofee is hier te vinden.