De kopgroep van waaruit Hoolwerf uiteindelijk zijn zege pakte werd geïnitieerd door belofterijder Bram Kras. De aanvaller pur sang mocht vanwege de doorstroommarathon opstomen uit de beloftedivisie. In de kopgroep was met Jelle Koeleman nog een belofterijder vertegenwoordigd. Beide mannen moesten in de slotfase hun meerdere erkennen in de ervaren mannen. Koeleman eindigde als negende, Kras als elfde.
Hoolwerf was zeer te spreken over het rijden van de beloften, al was het maar omdat het peloton met bijna zestig man aan de start een stuk groter was dan normaal dit seizoen. “Zo is het veel leuker”, zei hij. “In een groot peloton rij is het een ander soort wedstrijd dan normaal. Als je in een klein peloton afstuurt in de bocht, lig je er zo af als je niet oplet. Nu zijn er meer mannen die willen rijden en de koers breekt meer open. Je kunt veel minder naar elkaar kijken.”
Toch duurde het in Enschede even voordat de wedstrijd echt in een plooi kwam te liggen. Pas na negentig ronden wist de kopgroep een gat te slaan. De pure sprinters lieten daarbij verstek gaan. Mannen als Jorian ten Cate, Harm Visser en Nederlands kampioen Christian Haasjes zaten er niet bij. “Iedereen keek toch al een beetje naar de sprint, op 35 ronden van het eind”, aldus Hoolwerf. “Dan is het ineens dit groepje dat de ruimte krijgt. Roy (Boeve, red.) wilde het in eerste instantie ook op een gat houden, maar ik vond dat ze wel konden stoppen met rijden. Ik durfde het wel aan.”
Zo gezegd, zo gedaan, en na een gebaar van Hoolwerf richting de kant kregen de mannen de ruimte. Jorrit Bergsma liet zich afzakken om Gelling richting de ronde voorsprong te helpen en zo werd de ronde voorsprong een feit. De enige rappe mannen vooraan waren Hoolwerf en Gelling, die vervolgens wel nog moesten af zien te rekenen met duo’s van Essent, De Haan Westerhoff en Okay / Vreugdenhil.
“Daan was mijn grootste concurrent. We hadden afgesproken dat we om en om zouden gaan om de mannen van De Haan Westerhoff en Okay / Vreugdenhil Dairy Foods te vermoeien. Daarna zouden we gewoon kijken wie het snelste was en dat bleek nog best spannend. Met zo’n groot peloton raakt het ijs eerder uitgetrapt en dat zijn we niet meer gewend, ook al was het ijs goed vandaag. Het was met kunst- en vliegwerk heelhuids door de bochten proberen te komen, maar zo verloor ik veel snelheid op het eind.”
Uiteindelijk bleek het voor Hoolwerf genoeg om de Reggeborgh-formatie de tweede competitiezege en de vierde overwinning van het seizoen te schenken. Na een lastige seizoenstart voor de groene formatie kwam tijdens de Vier van Noord-Holland de ommekeer. “In het begin van het seizoen werd er heel erg naar ons gekeken”, stelde Hoolwerf vast. “Wij moesten het oplossen, terwijl we niet echt bij machte waren om dat te doen. Nu gaat dat een stuk beter. In de breedte zit er ook meer kracht in het peloton. Meer ploegen gooien de beuk erin.”
Hoolwerf is dan ook ervan overtuigd dat hij de stijgende lijn de komende tijd kan doorzetten. “De grote wedstrijden om de prijzen moeten nog komen. Zelf zit ik er ook goed in. In een kleiner peloton is het alleen wel lastig om goed bij ons plan te blijven in de koers. Als wij dat kunnen doen, gaat het goed, maar als Royal A-ware er lekker in zit, wordt het voor ons ook lastig. Jorrit en Wisse (Bergsma en Slendebroek, red.) moet je gewoon geen 50 meter geven. Daar heb je anders een hele kluif aan. Ik ben ook heel benieuwd wat ze gaan presteren op het OKT.”
Bekijk hier de uitslagen.