Visser, die zo verrassend de 5000 meter won op de Winterspelen van 2018, is begaan met het milieu. Ze maakt zich zorgen om de klimaatverandering en de gevolgen daarvan, ook voor haar sport. “De klimaatverandering, het opwarmen van de aarde, moeten we tegenhouden. Als we dat niet doen, hebben wij hier straks geen natuurijs meer. Daar ligt wel de oorsprong van de schaatssport, die we moeten zien te behouden voor de volgende generaties. Daar maak ik me graag sterk voor.”
Ze heeft intern geworsteld, geeft ze eerlijk toe, want als topsporter ben je haast per definitie niet duurzaam bezig. Je vliegt de wereld rond om aan wedstrijden mee te doen, je schaatst op kunstijsbanen die ondanks innovaties nog altijd bekendstaan als energieslurpers, en je krijgt om de haverklap nieuwe (sponsor)kleding terwijl de oude nog lang niet versleten is. Hoe kun je dan praten over duurzaamheid?
“Daar heb ik best mee gestruggled”, bekent Visser. “Maar er is een verschil in wat je individueel kunt doen en wat er binnen de sport nodig is. Op het eerste heb je invloed: reis je met een diesel- of elektrische auto? Je kiest zelf wat voor voedsel je eet, welke producten je koopt en wat je hergebruikt. Zo heb ik thuis nog bergen oude sportkleding liggen. Via de gemeente Heerenveen krijgen die spullen een tweede bestemming: we geven ze aan gezinnen met sportende kinderen die minder te besteden hebben.”
Op hoger niveau, sportbreed, is het lastiger om de juiste keuzes te maken. “Vaak heb je daar zelf geen invloed op. Je móet vliegen om aan World Cups of een WK mee te doen. En maak jij geen gebruik van zomerijs maar je concurrenten wel, dan raak je achterop. Om op dat niveau het verschil te maken, moet het systeem veranderen. Als topsporter is het soms wel lastig om dát aan anderen uit te leggen.”
Via het programma Sportploeg voor de Eeuw, een initiatief van More2Win, TU Delft en het Nationaal Klimaatplatform, kreeg ze het zelfvertrouwen om zich wél uit te spreken voor een betere, schonere wereld. Sindsdien praat ze over duurzaamheid in podcasts of interviews en durft ze dat ook te posten via social media, al schrikt ze soms wel van de heftige reacties die ze daarop krijgt. Haar posts vallen in elk geval op; zo werkt dat als je olympisch kampioen bent...
De Internationale schaatsunie (ISU) zag haar berichten ook en rekruteerde Visser meteen voor zijn nog jonge duurzaamheidswerkgroep. Daarin zit zij nu samen met nog drie atleten, allen kunstschaatsers: de illustere Amerikaan Nathan Chen, Deniss Vasiljevs uit Letland en de Canadees Elladj Baldé. In die Environmental Sustainability Working Group van de ISU hadden ze vorige week hun eerste online meeting.
“De ISU heeft een visie op verduurzaming ontwikkeld, op hoe de sport er in 2050 uit moet zien”, zegt Visser. “Als atleten mogen wij via de werkgroep kritisch meedenken en feedback geven. De belangrijkste punten waarop we in de schaatssport winst willen boeken op het gebied van verduurzaming zijn de kunstijsbanen, organisatie van evenementen en de CO2-voetafdruk die we samen achterlaten.”
Concreet voorbeeld? “Neem de organisatie van evenementen. Daar kun je slimmer omgaan met je afvalbeleid: gebruik je wegwerpbekers of recyclebaar materiaal? Je kunt ook nadenken over mobiliteit: laat je iedereen met de auto komen, of stimuleer je openbaar vervoer? Hoe energiezuinig werkt de ijsbaan waar je wedstrijden organiseert? Er is op heel gebieden echt winst te boeken.”
Ander voorbeeld: die CO2-voetafdruk kun je verminderen door wat minder het vliegtuig te gebruiken. “Daarvoor zou je de planning van internationale wedstrijden slim kunnen aanpassen”, zegt Visser. “Dat gaat niet van de ene op de andere dag, maar het is wel iets waar je op de langere termijn wat aan kunt doen.”
De ISU-werkgroep is van plan een grote enquête te houden onder schaatsers en event-organisaties. “Daarin willen we peilen hoe zij over duurzaamheid denken en wat zij eraan willen doen.” De ISU heeft ook een fonds om projecten te steunen. “Wij mogen meedenken hoe we dat fonds gaan vullen, bijvoorbeeld door een beloning te koppelen aan bijzonder (sport)prestaties, en waar het geld naartoe gaat.”
De moderne schaatssport kan niet zonder kunstijsbanen. Om ervoor te zorgen dat die over pakweg vijftig jaar nog bestaan, is verduurzaming noodzakelijk. IJsbanen moeten op termijn CO2- en energieneutraal worden: dus van het gas af en zelf schone energie opwekken. In Nederland wordt daaraan al hard gewerkt, waarbij de KNSB een rol als aanjager heeft, samen met partners Essent en Daikin in Team Duurzaam IJs.
“In Nederland heb je al een paar mooie voorbeelden van verduurzaamde ijsbanen, zoals in Leiden, Alkmaar, Geleen en Thialf”, zegt Visser. “In veel andere landen zijn ze nog niet zo ver. De ISU kan ervoor zorgen dat de kennis die Nederland opdoet met het verduurzamen van ijsbanen wordt gedeeld met het buitenland. Eigenlijk ligt dat in het verlengde van wat de KNSB hier al doet.”
Mooi nieuwtje: Esmee Visser gaat zich als olympisch kampioen – een titel die je voor het leven draagt – ook voor de KNSB inzetten. De rol van ambassadeur voor verduurzaming neemt ze graag op zich. “En daar zijn wij als schaatsbond heel blij mee”, zegt Jurre Trouw, manager sportparticipatie van de KNSB. “Wij maken ons sterk voor een toekomstbestendige schaatsport en het is goed dat een maatschappelijk betrokken kampioen als Esmee ons daarbij helpt.”
De KNSB heeft naast Team Duurzaam IJs nog andere speerpunten op dit vlak: bij de organisatie van evenementen krijgt verduurzaming een belangrijke rol. En via het project-ANS, de Algemene Nederlandse Schaatstijd, hoopt de schaatsbond ook de mobiliteit een beetje terug te dringen. Trouw: “Stappen nu wekelijks horden schaatsers in de auto om op snelle(re) ijsbanen scherpe tijden neer te zetten, met de ANS moet het aantrekkelijker worden om op de eigen thuisbaan wedstrijden te rijden.”
Reken er niet op dat we Esmee Visser eind december op het olympisch kwalificatietoernooi zullen zien. Na ruim drie jaar met een pijnlijke heup te hebben geschaatst, werd ze dit voorjaar geopereerd aan een gescheurd labrum. “Het herstel verloopt wisselend, eigenlijk moet ik een heel nieuw beweegpatroon aanleren.”
De rijder van Team Frysk zet geen stip op de horizon voor een eventuele terugkeer als wedstrijdschaatser. Ze heeft na deze operatie wel goede hoop straks weer pijnvrij over het ijs te kunnen gaan. “Maar het herstel gaat lang duren en dat wist ik van tevoren.”
De komende tijd wordt duidelijk hoe Visser haar rol als duurzaamheidsambassadeur voor de KNSB precies zal invullen. “Ik heb er in elk geval veel zin in, lever graag mijn bijdrage aan een iets betere wereld. Door me in te zetten voor verduurzaming van de schaatssport heb ik het gevoel dat ik iets doe dat nuttig is voor de maatschappij.”
Ze wil niet hoogdravend overkomen en waakt er ook voor om een stempel te krijgen als activist of eeuwige pessimist. Verre van dat. Goede communicatie is belangrijk, zegt Visser, om bewustwording te vergroten. Via de ISU mikt ze wereldwijd op de duizenden atleten binnen het kunstschaatsen, langebaan, shorttrack en marathon. Dichterbij huis, via de KNSB, hoopt ze ook andere partijen in en rond de schaatssport te bereiken.
“Ik denk dat er best veel atleten wel met het onderwerp bezig zijn, al zijn zij nog een soort stille ambassadeurs. De ISU denkt met ons mee: waar krijg je mee te maken als je je als sporter over dit thema uitspreekt? Dat is niet altijd even makkelijk, want je krijgt al gauw de vraag: wat doe je zelf dan? Toen ik bij de laatste verkiezingen postte dat ik koos voor het klimaat, kreeg ik een hoop gescheld over me heen. Dat vind ik lastig, want ik hoop ook gewoon dat mensen mij een leuk persoon vinden. Maar ik ga er wel mee door, omdat het zo belangrijk is.”
Stilzitten is nooit haar ding geweest. Revaliderend van een heupoperatie is ze nu wekelijks zo’n twintig uur met haar sport bezig. Afgestudeerd als farmaceutisch wetenschapper verdient ze de kost als omgevingsmanager en adviseur duurzaamheid bij Bureau Schmidt, dertig uur per week. Daarbij komen nu haar inspanningen voor de ISU en KNSB. En dan geeft ze nog geregeld lezingen over het thema duurzaamheid. “Het is een pittige periode, waarin het belangrijk is om de juiste balans te zoeken. Maar ik vind het leuk en belangrijk om dit te doen. Ik zie ook veel haakjes om mee aan de slag te gaan. Van zo’n eerste meeting bij de ISU krijg ik veel energie. Ik hoop dat we er samen in slagen om die energie verder te verspreiden.”
Met medewerking van Lisanne van der Eijk.