De Noord-Hollandse wist dat het IOC deze zomer bij elkaar zou komen, maar wist niet precies wanneer het besluit zou vallen. “Ik deed vanmiddag mijn telefoon open en ik had al allemaal berichten.”
Voor de 22-jarige biedt het besluit meer perspectief op olympische deelname en hoeft ze bovendien haar aandacht niet te veel te verleggen. “Als het niet olympisch zou zijn geworden dan had ik me waarschijnlijk meer op de drie kilometer moeten richten en nu kan ik beide blijven doen. En ik zal de mass starts blijven rijden om het spelletje nog beter onder de knie te krijgen.”
Daar is Schouten zich namelijk wel bewust van: ze kan als regerend wereldkampioen niet tot de Spelen achteroverleunen. “Ik ben er goed in, ik ben tenslotte wereldkampioen, maar ik moet er wel goed in blijven, want straks staat iedereen weer op nul.”
Datzelfde ziet Stroetinga ook. Hij merkte zelfs afgelopen seizoen al dat er bij het buitenland al wat fanatieker werd omgegaan met de mass start. “De concurrentie was dit jaar al sterk omdat het voor het eerst op een WK stond, maar ik denk zelfs dat de buitenlanders wat fanatieker waren dan wij. Nederland moet wel scherp blijven.”
Voor de 33-jarige marathonrijder verandert de olympische mass start niets aan de manier waarop hij tegen zijn loopbaan aankijkt. “De Spelen zijn nu natuurlijk wel een doel, maar het beïnvloedt niet wanneer ik ga stoppen. Zo lang ik gemotiveerd ben ga ik door en ik denk ook niet dat ik dan daarna zal stoppen.”
Wel biedt het Stroetinga een mooie kans op olympisch succes, iets dat vanuit de marathon onmogelijk was en voor hem op de traditionele langebaanafstanden ook niet weggelegd leek. “Ik ben er dan ook heel blij mee. Het is voor mij een mooie kans”, zegt hij.
Niet alleen hem biedt het kansen op olympisch succes, er zijn ook andere Nederlanders die op de mass start zeer goed uit de voeten kunnen. “Ook iemand als Jorrit Bergsma heeft bewezen dat hij kan winnen. Je kan met zoveel verschillende tactieken werken”, erkent Stroetinga. “Maar je hebt altijd een snelle man nodig.”
Ook vanuit de KNSB is positief gereageerd op het besluit van het IOC. “Ik denk dat het een goede ontwikkeling is”, zegt Arie Koops, directeur sport van de schaatsbond. “Het is een spectaculair onderdeel en een hele goede aanvulling op de diversiteit van het schaatsen.”
Daarbij is het een onderdeel waar Nederland goede medaillekansen heeft, verwacht Koops. “We hebben in Nederland wel wat met de marathon en al is dit geen wedstrijd over 100 of 150 ronden, het past wel bij ons. We zijn er competitief klaar voor en het past bij onze topsportdoelstellingen.”
Koops is bovendien blij dat het besluit nu eenmaal genomen is, want nu kan er worden gewerkt aan de inpassing in het olympisch programma. Dat zal bij het ISU-congres van 2016 moeten gebeuren. Daar zullen ook de precieze regels voor deelname en kwalificatie worden uitgewerkt.
Het ligt niet in de lijn der verwachting dat met een nieuw onderdeel de selectieprocedure in Nederland nog verder onder druk komt te staan, zegt Koops. Omdat de ISU vorig jaar op alle individuele afstanden, met uitzondering van de drie kilometer dames en vijf kilometer heren, een startplek per land schrapte, zal de KNSB er qua startbewijzen wel uitkomen, verwacht hij.
“We zullen het er waarschijnlijk mee moeten doen, maar we hebben het al eens doorgerekend en toen bleken er nog geen problemen, al zullen er wel altijd rijders zich voor meerdere afstanden moeten plaatsen, want anders wordt het sowieso puzzelen.”
Hij verwacht dat er altijd plek zal zijn voor specialisten op de mass start, ook als zij zich niet plaatsen voor een andere afstand. “Die plek is niet oneindig, maar als we puur speculatief kijken en dezelfde spelregels als in 2014 zouden hanteren dan zouden we de drie aanwijsplekken kunnen verdelen over de team pursuit, de mass start en eentje in het algemeen.”
Volgens Stroetinga is het van wezenlijk belang dat de plekken voor de mass start op de Spelen niet worden ingevuld op basis van individuele deelnames op andere afstanden. “Je kan niet zomaar iemand met een goede 5000 of 1500 meter in de benen inzetten. Zo werkt dat niet. Je hebt wel specialisten nodig."
Schouten zal zich er niet mee bezig houden, denkt ze, met de besluiten die volgend jaar door de ISU genomen zullen worden. Uiteindelijk doen de regels voor kwalificatie er niet toe, benadrukt ze. “Je moet gewoon goed zijn.”