De laatste dag van het baantoernooi van de EK Inline-skaten was voor het grootste deel een landerig geheel. De zon scheen en overdag was er eigenlijk maar weinig te beleven.
In de ochtend waren er wat series voor de 1000 meter verreden. Met alleen wat coaches en andere begeleiding langs de baan werd de schifting voor de finales bepaald. Om half twaalf pakten de inliners hun spullen weer en vertrokken richting hun hotel. Pas om zeven uur ’s avonds werden ze weer verwacht.
De zon scheen ondertussen maar door op het Almeerse skatecomplex. Voor de bouwkeet waar de pers tijdens het toernooi zijn werk doet zaten een paar fotografen te genieten van het mooie weer. Vanuit de luidsprekers klonk er muziek.
Niet alleen rond de perskeet hingen wat mensen rond, maar ook bij de inline-skatekraampjes aan de andere kant van het terrein. In de schaduw van hun tentdak wachtten de verkopers van skates, frames en wielen op het publiek dat later op de dag zou komen.
Dit was een mooi moment om zelf het inline-skaten eens te proberen. Bij één van de twee kraampjes kon ik een paar inline-skates lenen voor een testrit. Ik kreeg er ook een helm bij en in mijn normale kloffie ging ik mijn eerste meters op wieltjes maken.
Het was veel lastiger dan ik dacht, laat ik er maar niet omheen draaien. Ik ben op schaatsen al geen held, maar op de één of andere manier ziet het inlinen er bij de toppers op wieltjes nog veel gemakkelijker uit dan schaatsen bij de schaatstop. De gebroeders Mulder schudden spagaatfinishes uit hun mouw, draaien in gedachten verzonken pirouettes op het middenterrein en bewegen zich in het algemeen voort alsof ze met wieltjes onder de voetzolen geboren zijn.
Ik strompelde met x-benen en o-enkels over de 400-meter-asfaltbaan van Almere. Na een tiental meters begon ik al pijn in mijn voeten te krijgen en na een paar laffe rondjes over het terrein begonnen zich in mijn onderbenen al tamelijk willekeurige spiertrekkingen te manifesteren. Ik trok het niet.
En dit was allemaal nog bij een wandelsnelheid en op een vlakke weg. De EK-deelnemers storten zich met ware doodsverachting in de bochten op de piste. Mark Horsten springt in de relay met een fikse snelheid tussen twee concurrenten door en Manon Kamminga haalt de schouders op als ze opnieuw tegen de grond kwakt. “Winnaars voelen geen pijn.”
Sinds de siësta van gisteren weet ik dat ik in ieder geval geen winnaar ben, want ik voelde de pijn overal: van mijn voeten tot mijn trots. Ik mag dan geen winnaar zijn, een bewonderaar van de inline-skaters ben ik sinds gisteren des te meer.