Niet al te ver achter Hekman kwam Rob Hadders over de streep. Triomferend, want de Groninger wist dondersgoed dat hij de Super Prestige op zijn naam had geschreven. Daar had in de 75 kilometer lange koers ook meer dan genoeg voor moeten doen. "Ik heb er alles aan gedaan", liet Hadders zelfs nog nahijgend weten. Van de aanvankelijke afspraak binnen zijn ploeg SOS Kinderdorpen was weinig terecht gekomen. "We zouden alles bij elkaar houden, maar dat is niet echt gelukt. De andere jongens hadden het zelf gewoon heel moeilijk. Frank Vreugdenhil was ziek, Karlo Timmerman en Geert-Jan van der Wal zijn nog herstellende, en Douwe de Vries was net als ikzelf doodop van de Schaatsweek. Daardoor kwam het al vrij snel op mijn nek neer."
Dat betekende dat Hadders dus inderdaad alle inspanningen zelf moest leveren. De klassementsleider knokte voor wat hij waard was, maar makkelijk ging het zeker niet. "Ik kreeg het gevoel dat iedereen tegen me was. Demarreerde Wadro, dan werd er naar mij gekeken. Demarreerde BAM, dan werd er naar mij gekeken. En zo ging het maar door. Ik ben echt helemaal kapot, maar het is me wel gelukt de boel bijeen te houden."
En dus mocht Hadders het groene leiderspak van de Super Prestige definitief in de kast hangen, met Ruud Aerts als nummer twee en ploeggenoot Frank Vreugdenhil als derde. "Dat geeft me wel ontzettend veel voldoening. Ik heb al best wat losse wedstrijden gewonnen, maar nog nooit een klassement. Dit is de eerste echte prijs uit mijn loopbaan."
Een prijs waarop normaal gesproken ook Gary Hekman aanspraak had kunnen maken. De beer uit Gramsbergen was in feite misschien wel de sterkste man van deze Super Prestige. Maar zijn diskwalificatie een week eerder op Flevonice woog uiteindelijk zwaar. Hekman werd die dag uit de uitslag geschrapt omdat hij zijn enkelbeschermers niet droeg. Hij weigerde de wedstrijd te verlaten, kwam als eerste over de streep, maar zag hoe de zege alsnog aan Hadders werd toegekend.
Na zijn winst in de eerste wedstrijd en nu op nieuwjaarsdag maakte Hekman daarom heel bewust een statement door met drie vingers in de lucht over de streep te komen. "En dat is nummer drie, wilde ik er mee zeggen", verklaarde Hekman. "Ik had daar vooraf al over nagedacht. Mocht ik in de positie komen, dan was dat de mooiste manier om een statement te maken. Voor mijn gevoel heb ik er hier gewoon drie uit vier gewonnen."
Of hij daarmee dan ook de man was die eigenlijk de Super Prestige had moeten winnen, durfde Hekman niet te zeggen. Het ging immers allemaal om tijd, en dat is niet zijn sterkste punt. "In de individuele tijdrit verspeelde ik al veel seconden, en in de ploegentijdrit kwamen er nog een paar bij. Dan wordt het al heel moeilijk om een jongen als Rob Hadders nog te kloppen."
Blijft staan de goede vorm en het daaraan gekoppelde goede gevoel dat Hekman momenteel koestert. "Het loopt allemaal lekker, en dat neem ik straks mee naar de Weissensee. De prioriteit ligt voor mij dit seizoen op natuurijs, dat hebben we vooraf afgesproken. En deze wedstrijd op Flevonice kun je dan mooi gebruiken als voorbereiding."
De vorm waarin hij steekt is een gevolg van keuzes en de samenwerking met trainer Yep Kramer. "We hebben afgelopen zomer vooral veel op duur getraind. Dat ging bij mij ten koste van het inline-skaten, maar dat was een bewuste keuze. De belangen liggen inmiddels gewoon bij het schaatsen, dat is duidelijk. En dan is het prettig nu te constateren dat die keuze vruchten afwerpt."