Met een brede grijns stapte Robert Gaasenbeek als laatste van de Masters van het ijs. Roodwitblauwe trui om het lijf, krans over de schouders. "Wie had dat nou gedacht", stelde hij zelf al de vraag. Om die ook meteen te beantwoorden. "Ik in ieder geval niet. Sterker, ik was helemaal niet van plan om te komen. In het begin van het seizoen heb ik aardig gereden, maar de laatste twee weken voelde het niet goed. En ik wil alleen rijden als ik kan meedoen om de prijzen. Pelotonvulling ben ik al geweest bij de A-rijders. Vanaf het moment dat ik vier jaar terug begon bij de Masters heb ik me voorgenomen dat nooit meer te zijn."
Zijn jongere broer Arnold Gaasenbeek raakte echter de juiste snaar bij Robert. "Hij heeft een paar oppeppende woorden gebruikt waardoor ik er toch in ben gaan geloven."
Maar de 44-jarige Gaasenbeek merkte wel dat de koers in Dronten geen eenvoudig klusje was. "Een zware wedstrijd, absoluut." De vele aanvallen zorgden ervoor dat de man uit Westbroek regelmatig dacht dat hij kansloos was. "Dan zat ik op de verkeerde plek op het moment dat het peloton brak. Een paar keer ging ik er eigenlijk al vanuit dat ik kansloos zou zijn. Maar het kwam steeds toch weer bij elkaar."
In de slotfase van de koers koos Gaasenbeek er zelf voor de benen even stil te houden op het moment dat er een groepje weg was. "Daar zat mijn broer Arnold in. Als hij op het podium zou staan, was mijn wedstrijd ook al geslaagd. Maar ook die poging liep uiteindelijk op niets uit."
In de finale besefte Gaasenbeek opeens dat er wel degelijk kansen voor hem lagen. Er waren, redeneerde hij, een paar rijders waar hij rekening mee moest houden. Zoals Rudi Groenendal, de meervoudig nationaal kampioen. Maar Groenendal zat te ver op het beslissende moment. "Ik kwam er niet langs en voelde al dat het niet de goede kant op ging", analyseerde Groenendal, die pas als zesde of zevende uit de laatste bocht kwam. "Als ik honderd meter vol doortrok, kwam het podium misschien nog in beeld. Mooi dat dit gelukt is."
De andere rivaal van Gaasenbeek was Arjan Bakker, ook al zo’n crack uit het peloton van de Masters. Maar voor hem was Gaasenbeek minder beducht. "Ik heb Bakker al een paar keer verslagen dit seizoen, weet dat ik een snellere ronde in de benen heb. Dat bleek. Ik was misschien niet in tijd de allersnelste in die laatste ronde, maar wel de eerste."
Zo vierde Gaasenbeek als 44-jarige de eerste nationale titel in zijn loopbaan. Vorig seizoen was hij daar op natuurijs ook al dicht bij, maar destijds eindigde hij als tweede. "Daar ben ik echt ziek van geweest. Hoe vaak krijg je nou de kans op een Nederlandse titel? Ik dacht echt dat mijn kans verkeken was. Maar een jaar later sta je hier dan toch met die krans om je schouders, alleen op kunstijs. Daar had ik echt nooit op gerekend."
Het enige dat de dag van Gaasenbeek nog beter had kunnen maken, was een podiumplek voor broer Arnold geweest. "Ik wist dat hij in de buurt zat, maar wist niet waar. Het eerste dat ik na de finish deed, was omkijken. Ik zag hem wel, maar uiteindelijk werd hij vierde. Helaas. Dat had het helemaal afgemaakt."