Niels Mesu wist van vreugde niet waar hij het na zijn winnende sprint zoeken moest. De Zeeuw dook in de armen van zijn ploeggenoten, en sloeg vol ongeloof de handen voor de ogen. "Mijn eerste zege in de Top Divisie, dit is echt zó geweldig", stamelde de rijder uit Middelburg.

Hij maakte deel uit van een kopgroep van zes die na een enorme strijd een ronde voorsprong pakte. Uit die zes sprong Johan Knol in de finale weg. "Daar werd ik niet zenuwachtig van. Het was voor mij eigenlijk ideaal. Ingmar Berga en Frank Vreugdenhil wilden heel graag deze wedstrijd winnen en ik hoopte erop dat zij het gat zouden dichtrijden. Daarna vertrouwde ik op mijn eigen snelheid in de sprint."

Die sprint was de ontknoping van een fantastische wedstrijd op het ijs van De Bonte Wever. Een tien man tellende kopgroep ging de strijd aan met het peloton. Ronde na ronde werd er gestreden. De voorsprong groeide, de voorsprong slonk. Het publiek in Assen stond op de banken om onder andere de lokale favorieten Sander Kingma, Ingmar Berga en Frank Vreugdenhil naar voren te schreeuwen.

Uiteindelijk leek het feestje voor de vluchters niet door te gaan. De groep dunde steeds verder uit. Marcel van Ham viel balend af, Sander Kingma eveneens, net als Douwe Bierma en Geert Plender. Zij zochten uitgeput de kant op, en zagen van daar hoe de resterende zes toch weer de geest kregen. Sjoerd Huisman, Durk Fabriek en Ruud Aerts lieten zich afzakken om het sextet te helpen, en dat werkte. Vijftig ronden voor het einde was de ronde voorsprong eindelijk een feit.

"Het werk van Durk Fabriek was geweldig", stak Mesu zijn ploeggenoot een veer op de hoed. "Dat was zo belangrijk voor ons. Daarna is hij steeds bij me gebleven en heeft me enorm geholpen."

Zo heeft het acht wedstrijden geduurd voor de debutant op het hoogste niveau zijn eerste zege binnensleepte. Mesu won vorig seizoen vaak in de Eerste Divisie, maar de snelheid waarmee hij nu ook in de Top Divisie op de hoogste trede van het podium staat, is toch verrassend. Ook voor hemzelf. "Aan het begin van dit seizoen hoopte ik dat ik misschien een keertje het podium zou kunnen halen. Maar in Haarlem was ik daar al heel dichtbij. En toen merkte ik in de sprint ook dat ik een kans had als ik koel zou blijven."

Bovendien is hij onder de handen van Henk Gemser in de voorbije maanden een betere schaatser geworden. De oud-bondscoach gaat bij de ploeg van De Haan Westerhoff te werk met een aanstekelijk enthousiasme, en dat mist zijn uitwerking niet. "Hij heeft me ook gezegd hoe ik zo’n sprint moet aanpakken, dat ik moet blijven schaatsen, op mijn techniek moet blijven letten. Zeker als je de laatste bocht uitkomt."

Zijn ploeggenoot Crispijn Ariëns vult hem aan: "Met Gemser werken we vooral aan techniek, en je ziet dat het bij iedereen zijn vruchten afwerpt. Ik denk dat er wel eens onderschat wordt hoe belangrijk hij voor onze ploeg is."

Voor Mesu kan het seizoen nu al niet maar kapot. "Dit is al meer dan waarop ik gehoopt had. Het seizoen is geslaagd. Alles wat ik nu nog kan bereiken, is meegenomen."

Ondertussen zadelt hij zijn ploeggenoten wel op met een probleem. "In Inzell hebben we steeds Niels de thee laten zetten, maar dat kan nu natuurlijk niet meer. Vraag is wie het wel gaat doen."