Het is moeilijk voor te stellen, maar er was een tijd dat Nederland niet meetelde in de internationale schaatswereld. In de jaren zestig veranderde dat langzaam. Met helden als Ard Schenk en Kees Verkerk vestigde Nederland in de jaren zeventig definitief haar naam als schaatsnatie. Om sindsdien bijna jaarlijks wel één of meerdere Europese en wereldkampioenen af te leveren.
De echte ommekeer speelde zich echter af in Deventer. Als op zaterdag 22 januari 1966 het Europees kampioenschap in het knusse IJsselstadion aan de Rembrandtkade om twee uur van start gaat, is het 61 jaar geleden dat Nederland op eigen bodem een toernooi van deze orde en grootte heeft mogen organiseren. Dankzij de kunstijsbanen was Nederland eindelijk in staat de organisatie van een ISU-toernooi in eigen land op zich te nemen.
Het werd een historisch EK. Met over twee dagen 36.000 toeschouwers op de tribunes, met voor het eerst een live schaatsreportage op televisie, met Ard Schenk als Europees kampioen en Kees Verkerk als winnaar van het zilver.
Maar ook in de jaren daarna werd er in Deventer volop schaatsgeschiedenis geschreven. De wereldtitel van Stien Kaiser, de uitglijder van Hilbert van der Duim over vogelpoep tijden tijdens het EK in 1981 en het wereldrecord van Fred Anton Maier op de 5 kilometer in 1968, een van de weinige wereldrecords ooit verreden op een Nederlandse ’open’ kunstijsbaan.
Maar het belang van de Deventer Kunstijsbaan voor de schaatssport voert natuurlijk veel verder dan de schaatshistorie die er is geschreven. Ruim dertien miljoen bezoekers genoten in de achterliggende halve eeuw van de schaatssport op het ijs van het IJsselstadion en De Scheg. Een ongekend groot aantal.
In het boek ’Een halve eeuw kunstijs in Deventer’ blikken Ron Couwenhoven en Huub Snoep – twee schrijvers die al meerdere bijzondere winterboeken hebben geschreven – uitvoerig terug: van EK’s, WK’s tot IJsselcup; van Reinier Paping tot Dries van Wijhe; van Schaatsschool tot trouwe schaatsbezoekers; van IJsselstadion tot De Scheg en de toekomst.
Bijzonder is ook dat in de annalen is teruggevonden dat de eerste ijsclub in Nederland in Deventer is opgericht. Daarmee gaat de geschiedenis van de georganiseerde schaatssport veel verder terug in de Koekstad dan het kunstijstijdperk.
Het boek ’Een halve eeuw kunstijs in Deventer’ kost € 19,95 en is via bijgaande link Bestelformulier Een halve eeuw kunstijs in Deventer