Hij kan er nu om lachen. En weer normaal ademhalen, rustig nadenken, even een bakkie koffiedrinken, noem maar op. De alledaagse dingen die ieder mens doet zonder erbij stil te staan. Hoe anders zagen de dagen eruit, toen een week geleden duidelijk werd dat er door de Landelijke Selectie voor de NK Allround Junioren A en B op ijsbaan De Scheg in Deventer eigenlijk een streep kon worden gezet. Na het afkondigen van de nieuwe maatregelen door de overheid in de (hopeloze) oorlog tegen de coronabesmettingen werd sport taboe na vijf uur ’s middags.
Daarmee begon de ellende in Deventer dat graag gastheer wilde zijn voor het tweedaagse toernooi. De hele zaak verplaatsen van de avond naar de middag was geen sinecure, bleek al snel. Voor de baandirectie overigens niet; die besloot onmiddellijk dat de wedstrijden ook overdag zouden kunnen worden verreden. “Waar ze geen rekening mee had gehouden: het feest van Sinterklaas. Veel juryleden hadden ‘s middags familieverplichtingen en moesten afzeggen. Dat was reden voor het organisatiecomité het toernooi dan maar te skippen, omdat er nog veel meer geregeld moest worden als gevolg van de aangescherpte bepalingen van het kabinet. Zo ver mocht het niet komen, vond ik”, vertelt de 65-jarige Rieks van Lubek, die deel uitmaakt van het KNSB-sectiebestuur Langebaan & Kortebaan. “Vraag was wel: waar haal ik op zo’n korte termijn andere juryleden vandaan? Voor een langebaanevenement heb je er gauw 36 nodig.”
Van Lubek doet zijn verhaal halverwege de zaterdagmiddag, wanneer de wedstrijden in volle gang zijn. “Het loopt allemaal voortreffelijk. De sfeer is prima. Het gebeurt zelden, maar we liggen voor op het schema. Ik heb er nu geen omkijken meer naar. Sterker nog, morgen kan ik zelfs verstek laten gaan omdat ik zelf eveneens Sinterklaas moet vieren. Mijn collega in het bestuur Marc Nelisse neemt de honneurs waar. Ik kan nu al tevreden terugblikken. Alle juryleden zijn berekend op hun taak, of ze nou als baancommissaris fungeren, de kruising controleren of de bel moet laten klinken voor de laatste ronde.”
Dat was afgelopen woensdag compleet anders. Een oproep onder de ouders van de deelnemers om zich aan te melden voor een of ander klusje in de wedstrijdorganisatie leverde slechts drie reacties op. “Veel te weinig natuurlijk, dat kon beter. Ik heb opnieuw een email rondgestuurd waarin ik wat minder de nadruk legde op het jurywerk en de verplichting van een diploma of certificaat te hebben.”
“Nou, dat werkte goed, want binnen de kortste keren had ik 45 of vijftig ouders die graag een handje wilden toesteken. Baancommissarissen, iemand voor de controle van de kruising, bochtcommissarissen, mensen in de verzorging, een omroepster, handklokkers en ga zo maar door. De meesten waren beschikbaar voor een dag, dus dat werd puzzelen bij het indelen. Qua bezetting wist ik toen al dat ik een soort wereldkampioenschap zou kunnen houden zoals dat in Thialf altijd plaatsheeft. Met de luxe van vier reserves. Ik heb namelijk iedereen een functie toegezegd, zodat ze allemaal hun eigen dochter of zoon zouden kunnen zien rijden. Dat was een soort bonus, aangezien het nu niet is toegestaan toeschouwers te hebben bij sportwedstrijden”, aldus de Zuidwoldenaar.
De ouders vinden het schitterend dat er ‘gewoon’ kan worden geschaatst door hun kroost. Monique Pronk bedacht eerder deze week zich geen seconde toen ze de noodkreet van Van Lubek opviste uit haar mail. “Mijn oudste zoon rijdt mee. Om die reden zou ik toch al in Deventer zijn, dan kun je net zo goed klokken (de tijd opnemen, red.). Vandaag ben ik commissaris op de kruising, zondag sta ik in de bochten”, licht ze toe. “Ik doe dit vaker, want ik ben veel betrokken bij de wedstrijden op de ijsbaan van Alkmaar. Er zijn meer ouders die erin zijn gerold en vervolgens blijven hangen.”
Wat Pronk vooral goed doet, is dat de jeugd kan schaatsen. “Het is fantastisch dat deze groep van jongens en meiden zich weer een kan meten met leeftijdsgenoten. Niets mooiers dan in een competitie uit te komen tegen mensen van je eigen leeftijd. Er kan in deze tijd al zoveel niet voor deze bevolkingsgroep, daarom ben ik blij dat we hier met zijn allen zorgen dat het kan doorgaan.”