Bij de mannen verzekerden al vier rijders zich dit seizoen van een olympische nominatie bij wereldbekerwedstrijden. Naast Knegt en Kerstholt zijn dat Freek van der Wart en Daan Breeuwsma. Knegt en Kerstholt pakten ieder een bronzen plak op respectievelijk de 1500 meter in Nagoya en de 1000 meter in Shanghai. Van der Wart (vierde op de 1000 meter) en Breeuwsma (zesde op de 500 meter) zorgden voor een klassering in de top zes. 

Met deze uitslagen voldeden alle vier de shorttrackers aan de norm van de Selectiecommissie Shorttrack van schaatsbond KNSB. Doordat Knegt en Kerstholt voor de hoogste klasseringen zorgden, verdienen zij een voorselectie.

Bij de vrouwen wist alleen Jorien ter Mors door te dringen tot de top zes in de eerste vier wereldbekerwedstrijden. Zij deed dat diverse keren op de 1500 en 1000 meter. Ter Mors is daardoor de enige shorttrackster die al in het bezit is van een voorselectie.

Nederland heeft bij de Europese kampioenschappen over twee weken drie individuele startbewijzen bij zowel de vrouwen als de mannen. Als selectiewedstrijd gelden de timetrials van donderdag 3 januari en het KPN NK van 5 en 6 januari in Amsterdam. Over beide timetrials en de vier afstanden van het KPN NK wordt een klassement opgemaakt, waarbij het slechtste resultaat vervalt.

Voorgeselecteerde rijders moeten vormbehoud tonen met een klassering in de top vier. Daarnaast is bij de vrouwen de beste rijder uit het klassement, naast Ter Mors (mits voldaan aan vormbehoud), verzekerd van een individueel ticket. Het derde startbewijs wordt door de selectiecommissie verdeelt als aanwijsplaats.

Beide aflossingsteams zullen in Malmö de Europese titel verdedigen. Naast de drie individuele rijders worden nog twee shorttrackers geselecteerd om het Nederlands team te complementeren.