Zit je al met trillende benen klaar?
Douwe de Vries: “Voor de wereldbeker in Hamar? Waar moet ik trillende benen van hebben?”

Nou, dat je zaterdag de wedstrijdleider wordt van Elfstedentocht?
“Oh, dat! Ja, ja, ja, dat is altijd afwachten hè, of de leden wel goedkeuring geven of niet.”

Het hoeft nog niets voor te stellen de komende jaren, maar zo’n functie is toch hartstikke leuk? Ik kan me voorstellen dat je je vereerd voelt.
“Dat doe ik ook. De vraag of ik het wilde doen kwam al driekwart jaar geleden. Sindsdien heb ik de tijd gepakt om afgelopen zomer mee te lopen met het bestuur, door bij tal van vergaderingen aan te sluiten. Dat gold ook voor de vergadering van de juryleden, die ik zal moeten leiden in de toekomst. Het was belangrijk al flink thuis te raken in de hele materie zodat ik weet waar het over gaat. Want mocht het gaan vriezen, dan kan het meteen raak zijn en moet ik er wel klaar voor zijn.”

Vertel eens wat de functie inhoudt.
“De titel – wedstrijdleider - zegt het al een beetje. Je bent wedstrijd- en toertochtleider. De voorzitter, Jan Bakker, zal meer het boegbeeld en spreekbuis zijn van de vereniging; ik moet me vooral focussen op de twee tochten: die van de wedstrijdrijders en de toerrijders. Ik word geacht de race samen met de jury in goede banen te leiden. Dat betekent onder meer: zorgen dat de stempelposten goed geregeld zijn, erop toezien dat de regels in acht worden genomen en ik heb de verantwoordelijkheid voor het opmaken van de uitslag, met name voor de wedstrijd is dat belangrijk. Verder heb ik een enorme groep van vrijwilligers met wie ik elk jaar het geheugen moet opfrissen, zodat we snel kunnen schakelen. Want de Elfstedentocht is een mega-onderneming, en er is geen tijd om te oefenen. Alles moet in een keer goed gaan.”

Ben je een wedstrijdleider die na zijn aantreden allerlei vernieuwingen wil doorvoeren?
“Ik houd me bij de ISU als lid van de council wel bezig met de vernieuwingen, die zijn daar noodzakelijk. Bij de Elfstedenvereniging zijn er wat zaken achter de schermen veranderd. Daar moeten we voornamelijk meegaan met onze tijd, onder andere op het gebeid van de technologie. Alles moet goed staan. Er is al bijna dertig jaar geen Elfstedentocht meer geweest, je kunt je voorstellen dat het bestuur desondanks niet heeft stilgezeten. Het is echter onzin om het draaiboek elk jaar te herschrijven. Waar het bestuur zich hard voor maakt is te laten zien waar het voor staat. Dat is ook een mooie kans voor Jan Bakker. Het is meer dan alleen de Elfstedentocht te organiseren. Dit is een stukje Nederlands cultureel erfgoed dat je wilt overdragen aan volgende generaties.”

Douwe de Vries
Sleurend aan de kop van de groep, dat was Douwe als marathonman toevertrouwd. In zijn nieuwe rol zal het ook best goed komen. | Foto: Neeke Smit

Ga je nu nog beter dan voorheen de weersvoorspellingen in de winter volgen?
“Daar zal niet zoveel verandering in komen, omdat ik dat altijd al deed. Vorig jaar was ik ook nog een van die ‘idioten’ die even op dat ijs van twee dagen stond. Je kon het overigens geen schaatsen meer noemen; het werd meer schotsen springen. Ach, het ging om het gevoel van weer even op het ijs staan als het kan. Dat hoort erbij. Ik vind het natuurijs er veel te mooi voor. Als marathonrijder zou ik meer spanning voelen op het moment dat de tocht eraan zou komen. Nu behelst de spanning meer de vraag: wat komt er op ons af, als bestuur? We willen het allemaal heel goed doen, we willen dat de tocht kan doorgaan en alles wat in onze macht ligt gebruiken om het voor elkaar te krijgen. Al beseffen we dat we afhankelijk zijn van het klimaat.

“Ik heb nooit de Elfstedentocht kunnen schaatsen, was veertien toen die in 1997 voor het laatst werd verreden. Die ervaring heb ik niet, maar hoe langer het duurt, des te dunner wordt de spoeling van mensen die wel aan de tocht hebben kunnen meedoen.

Gelukkig is de Elfsteden zo groot dat iedereen de verhalen weleens hoort van oud-rijders of de rayonhoofden. Voor die mensen is het misschien nog belangrijker dat zij de ervaring opdoen en de kennis naar zich toe halen over hoe je met natuurijs moet omgaan. Die personen zijn mogelijk nog voornamer dan het bestuur, en daarom is het zaak dat er nieuwe, jongere mensen komen die zich willen inzetten. Simpel gezegd om de baan te vegen, of om obstakels uit de weg te ruimen. Zij zullen verschrikkelijk belangrijk zijn.”