“Ik weet dat jullie uit zijn op iets negatiefs, maar van mij krijg je niets negatiefs.” Hill reageert venijnig als er kritische vragen gesteld worden over het pistetoernooi, waar Nederland jaar na jaar moeite heeft de aansluiting te vinden met de wereldtop en waar twee top tien noteringen het hoogst haalbare bleken. 

“De piste lag ons helemaal niet. Hoe dat kan? Wij hebben geen pistes zoals deze in Nederland. Het was een Vesmacobaan, maar dan één die parabolisch is en smaller dan de regels voorschrijven. Er liggen er 35 van Colombia, tientallen in Italië en in de rest van de wereld geen enkele.”

“Behalve die twee landen, had iedereen moeite met de baan. Zelfs de Koreanen moesten wennen. Ze waren dan nog steeds wel succesvol, maar dat komt om dat het echte pisterijders ze zijn. Ze trainen niet anders dan op pistes.”

En daar gaat het voor Nederland mis. Tenminste, als we vinden dat het team zich zou moeten verbeteren op de piste. “Nederlanders willen op de weg rijden. Daar voelen ze zich thuis. Daarom richten we ons ook op de weg. Dat we op de piste te kort komen is geen probleem, dat is een keuze. Vanaf het moment dat we wisten dat de wereldkampioenschappen op dit wegparcours gereden werden, wisten we dat we daar voor zouden gaan. De kampioenschappen beginnen voor ons nu pas.”

Met Michel Mulder en Crispijn Ariëns heeft Hill twee medaillewinnaars van vorig jaar in de ploeg. Die eerste moest ze mentaal wel een beetje oplappen, na een minder dan verwacht optreden. “We wisten dat we niet voorbereid waren. De trainingen die we ondanks de regen konden doen voor het toernooi begon, deden we op het wegparcours.”

“Maar het viel Michel inderdaad wel wat zwaarder dat hij zoveel te kort kwam. Ik heb hem daar expres niet tegen beschermd en laten starten. Het is soms ook goed om een ‘kick-in-the-ass’ te krijgen. Het maakt hem er weer van doordrongen dat hij op de allerkleinste details moet lettten.”

Twee jaar geleden brak Ronald Mulder de ban op de Europese kampioenschappen, op hetzelfde parcours als waar nu het WK wordt verreden, door goud te halen. “Sinds die titel geloven ze erin. Dat geloof is waar het om gaat. Dat Nederlanders allemaal op hun eigen manier trainen en ook schaatsen, vind ik niet storend. Sterker nog, ik denk dat ze er sterker van worden.”

“Het wegtoernooi wordt het beste ooit. Michel reed twee dagen voor het toernooi een wereldrecord in de training op de 200 meter. Vorig jaar kwam Crispijn maar één punt te kort voor goud. Ja, ik geloof in goud.”