Hoewel het derde en laatste startbewijs op de 1000 meter nog moet worden verdiend bij één van de twee World Cups, gaat Dijs er derhalve vanuit dat hij halverwege februari namens Nederland in actie mag komen op de WK Afstanden in Heerenveen. De laatste keer dat de Soester een WK reed, was in zijn juniorentijdperk. "Dat was het junioren-WK in Polen in 2015", herinnert Dijs zich. "Tijdens dat toernooi werden Patrick Roest, Marcel Bosker en ik wereldkampioen op de team pursuit."

Terwijl Roest en Bosker hun sporen inmiddels internationaal ruimschoots hebben verdiend, ontwikkelde Dijs zich de afgelopen jaren onder leiding van Gerard van Velde gestaag verder. Elk jaar kwam hij een beetje dichter bij de nationale top, maar dit seizoen lijkt hij de aansluiting definitief te hebben gevonden. Bij de Daikin NK Afstanden veroverde hij al een bronzen medaille op de 1500 meter en werd hij vijfde op de 1000 meter. Bij het Daikin NK Sprint van een paar weken later eindigde hij op beide 1000 meters als vijfde.

Zuur
Bij het WK Kwalificatietoernooi van afgelopen weekend stelde Dijs op zijn geliefde 1500 meter een World Cup-ticket veilig (Dijs werd vierde) en hoopte hij hetzelfde kunstje te herhalen op de 1000 meter. "Mijn doel was top vijf en gezien mijn resultaten bij de NK Afstanden en NK Sprint was dat zeker realistisch", vertelt Dijs, die in de tiende rit in actie kwam tegen ploeggenoot Kjeld Nuis. De 30-jarige sprinter maakte in de eerste ronde een gigantische misser en gaf de strijd meteen op. "Ik vond het heel zuur voor hem, gunde Kjeld dat WK-ticket net zo hard als dat ik het mezelf gunde."

Dijs liet zich er echter niet door van de wijs brengen en voelde aan alles dat hij aan een snelle rit bezig was. "De luchtdruk was heel goed en het waren perfecte omstandigheden. Ik opende voor het eerst onder de 17 seconden en dan merk je meteen dat de snelheid er goed in zit", aldus Dijs, die vervolgens een rondje van 25,0 liet noteren. "Dat gaf zoveel energie om door te gaan, ik wilde zo snel mogelijk naar die streep toe. Dat er vervolgens zo'n tijd uitkwam, zag ik echt niet aankomen."

Foto: Soenar Chamid

Met een tijd van 1.08,23 was hij maar liefst drie tienden sneller dan zijn persoonlijke record, dat hij vorig jaar had gereden in Calgary. Met nog twee ritten te gaan, verwachtte hij niet dat zijn tijd voldoende zou zijn voor een WK-ticket. "De mannen die na mij kwamen, hadden zulke tijden wel vaker gereden. Eerst kwamen Lennart Velema en Kai Verbij in actie en toen Kai als enige onder mijn tijd reed, dacht ik: oké, nu ben ik in ieder geval reserve voor het WK."

Ontlading
In de laatste rit namen Hein Otterspeer en Thomas Krol het tegen elkaar op. Terwijl Krol naar een razendsnelle tijd van 1.07,36 reed, had Otterspeer problemen met zijn schaats. "Hein lag na 600 meter nog vier tiende voor op mijn tijd. Op een gegeven moment zag ik hem een misser maken en wist ik dat het heel spannend ging worden. Toen ik op het bord zag dat ik derde was geworden, was de ontlading groot. Hier werk je al die tijd naar toe en dan is het heel mooi als het lukt."

Voor Dijs kwam het WK-ticket 'redelijk onverwachts', ook omdat zijn 1500 doorgaans zijn betere afstand is. "Ik was al superblij geweest met een plek in de top vijf, hier had ik helemaal niet over nagedacht", aldus Dijs, die denkt dat er nog veel meer rek zit in zijn 1000 meter. "Vorig seizoen had ik een vervelende blessure en kon ik weinig trainen op mijn opening. Dit jaar heb ik de stijgende lijn te pakken, maar nog altijd open ik gemiddeld vier tienden langzamer dan de jongens die voor me staan. Ik denk dus dat er op de eerste 600 meter nog veel winst te behalen valt."

Of hij bij de WK Afstanden een gooi kan doen naar een topnotering? "Daar heb ik ook nog niet over nagedacht", zegt hij lachend. "Maar ik hoop een zelfde soort rit neer te zetten en misschien nog wel iets beter." Het geloof in een nieuwe stunt is in ieder geval aanwezig. "Niks is meer onmogelijk!"