De Zuid-Hollander huilde net als een aantal van zijn teamgenoten dikke tranen na de finale in Sotsji, die voor het team de bekroning moest worden op acht jaar trainen op het spectaculairste onderdeel in het shorttrack.

Op het WK in Montréal van komend weekeinde krijgt de 26-jarige Van der Wart een kans om die domper enigszins weg te poetsen. De Europees kampioen van 2013 wacht in Canada een uitverkochte schaatshal.

De terugkeer van Van der Wart in Nederland was confronterend, zo vertelt hij. "Hetgeen dat ik heel graag wilde, was die medaille en dan word ik elke keer geconfronteerd met mensen die een medaille hebben. Topsport is nu eenmaal zo hard, maar ik kreeg dat gevoel telkens terug. Dat is moeilijk en daar heb ik even tijd voor nodig gehad. Maar het begint nu wel een beetje terug te komen. Het schaatsgevoel en de zin om te trainen en kapot te gaan zijn er weer. Laat het WK maar komen."

Het beeld van de val op de relay blijft nog altijd door het hoofd van Van der Wart spoken. "Dat zal ik helaas altijd blijven houden. Als ik terugkijk, denk ik eraan hoe leuk ik het daar drie weken heb gehad, maar ik zal vooral aan die eerste bocht denken. Het is geen trauma, maar ik kan er niet omheen. Zometeen als ik 60 of 70 ben, zal ik nog steeds aan Sotsji denken. Dat realiseerde ik me pas bij terugkomst."

"Ik zal het een plekje moeten geven en er luchtig mee om moeten gaan", beseft hij. "Gelukkig roepen mensen wel steeds dat we over vier jaar echt goud hebben. Die aanmoedigingen hebben me wel goed gedaan. Shorttracken is op de kaart gezet, maar dat geeft altijd minder voldoening dan op het podium staan."

De olympische rit heeft Van der Wart praktisch nog niet terug gezien. "De eerste bocht heb ik gelijk na de finish al bekeken om te kijken wat er gebeurd was, maar de rest niet meer. Dat is moeilijk." Een goede prestatie zal hem de gebeurtenis op de Spelen niet kunnen doen vergeten.

"Wegpoetsen zal niet kunnen, ook al winnen we goud. Het is een nieuwe wedstrijd, ik voel niet dat ik revanche wil nemen. Deze kans om iets moois te laten zien willen we wel grijpen." Van der Wart kijkt daarom nu al uit naar de Spelen van Pyeongchang in 2018. "Ik kan het zeker nog wel vier jaar opbrengen. Helemaal na deze Spelen, die geven genoeg motivatie."

Jorien ter Mors gaf onlangs aan ook te gaan baanwielrennen, maar Van der Wart ziet een dergelijke combinatie niet zitten. "Nee, ik kan ook niet zoveel anders dan shorttracken haha. Ik ben al acht jaar lang bezig met deze sport en daar ben ik nu best wel wat beter in geworden. Ik kan op hoog niveau meedoen en wil niet ergens anders in de subtop rijden."

Fysiek is hij nog niet helemaal klaar voor het WK. "Ik voel me nog niet helemaal top, ben vermoeid. Mijn hele lichaam voelde in de eerste dagen na de Spelen ook stijf en raar, maar dat begint bij te trekken."

"Ik wil vooral op de 500 meter kijken wat ik kan. Ik heb de kwaliteiten om iets te halen daar. Als ik goede ritten rijd, ben ik tevreden. En als ik daar met een goed gevoel wegkom, beter dan na de Spelen, is het mooi."