De cijfers van Irene Schouten waren zondag indrukwekkend. Ze reed, zo werd uitgerekend, per ronde iets meer dan twee kilometer per uur harder dan de rest. En de voorsprong op de jagende achtervolgers liep alleen maar op, naar uiteindelijk zo’n 45 seconden.

Het had alles weg van een strafexpedtie. Maar daarvan was, zo bekende Schouten, helemaal geen sprake. Eigenlijk reed ze ‘per ongeluk’ het hele peloton zoek. ’’Ik kwam hier vandaag zeker niet met de bedoeling eens flink tekeer te gaan. Helemaal niet zelfs. Ik heb gisteren een pittige fietstocht afgewerkt en dat voelde ik nog best. Bovendien heb ik drie weken niet op skates gestaan en dacht ik eerst weer te moeten wennen. Eigenlijk wilde ik daarom gewoon rustig meerijden.’’

Het liep iets anders, gaf ze lachend toe. ’’Ik weet nog niet hoe het kwam, maar opeens had ik een gat en was ik echt los. Dat was niet de bedoeling. Ik heb ook even getwijfeld. Maar gaan staan en wachten op het peloton, dat wilde ik niet. Dan maar doorrijden, dacht ik. En dat heb ik gedaan.’’

Ronde na ronde groeide de voorsprong op de achtervolgers. En hoewel het peloton in Waarland niet bijster groot was, reden daar toch een paar klinkende namen in rond. Maar niemand bleek in staat de ontketende Schouten terug te halen. Integendeel.

’’Het ging echt lekker’’, liet Schouten zich ontvallen. ’’Ik ben prima aan het trainen, en voel me fysiek sterk. En ik genoot ook weer van zo’n wedstrijd in Noord-Holland. Zo dicht bij huis wilde ik wel meedoen.’’

Maar dat laatste gebeurt dus te weinig, vinden sommigen. Schouten pareerde die kritiek met een voor de hand liggende verklaring. ’’Ik wil wel meer inlinewedstrijden rijden, maar alleen als ze passen in mijn planning. Alles draait gewoon om het schaatsen. Daar wil ik komende winter weer stappen maken. Daarom rijd ik momenteel ook wat meer wielerkoersjes. Ja, net als Gary Hekman eigenlijk.’’ De race in Waarland was waarschijnlijk alweer de laatste. ’’Ik denk niet dat ik in de finale in ’t Harde zal rijden.’’

Maar er is ook nog een andere reden. Schouten ziet de uitdaging in de inlinewedstrijden afnemen. Dat heeft alles te maken met de manier waarop er gereden wordt. ’’Ik vind het mooi om iets van zo’n wedstrijd te maken, om aan te vallen en iets te laten zien. Maar daar kom ik nauwelijks aan toe. Ik kom niet weg, en dat begrijp ik ook wel. Ik hoef ook echt niet te winnen, als het maar een interessante koers is. Zoals Nadia Meijer dat in het NK deed. Zo moet je meer meiden hebben. Die strijd mis ik momenteel gewoon. Dat vind ik jammer.’’