Aan het woord is Tom den Heijer. De 21-jarige Gouwenaar is er met de jaarwisseling even tussenuit en belt tijdens een fietstocht op de Sallandse Heuvelrug. Hij is namelijk nog volop in training voor het geval er toch nog wedstrijden gereden gaan worden en hij zijn topdivisiedebuut kan maken. “Eigenlijk heb ik tot de laatste persconferentie wel de hoop gehad dat het NK door zou gaan”, vertelt hij. “Ook nu ga ik er nog vanuit dat er gekoerst gaat worden. De wedstrijden in Luleå zijn pas over drie maanden.”
Daarbij heeft Den Heijer het geluk dat zijn thuisbaan De Uithof in Den Haag nog geopend is. Dat geldt niet voor een groot deel van het peloton. Rémon Vos, de beloftenkampioen van 2020, heeft met zijn ploeg Bouwselect al bijna drie weken niet meer op het ijs gestaan. Bij Jumbo-Visma mocht de helft van de ploeg het WK Kwalificatietoernooi rijden, de andere helft moest toekijken. Harm Visser kreeg een aanwijsplaats van de bondscoach voor de mass start en kon daardoor samen met zijn ploeggenoten Mats Stoltenborg en Erik Jan Kooiman op het snelle ijs van Thialf trainen.
Nu dat toernooi voorbij is, is de 20-jarige Fries ineens weer amateursporter. Op de slotdag kwam hij weliswaar niet meer in actie, tijdens het trainingsuur benutte hij elke minuut dat hij nog op het ijs kon staan. Toch kan Visser de wedstrijdloze periode vrij goed relativeren. “Voor mij is het misschien iets minder erg, omdat dit seizoen voor mij als investering voelt voor de komende jaren. Maar het is natuurlijk wel balen.” Met lichte jaloezie keek hij naar zijn generatiegenoten op het WK Kwalificatietoernooi. “Het is heel mooi dat Jordy van Workum, Yves Vergeer en Beau Snellink zo ongelooflijk hard rijden. Dat motiveert mij ook alleen maar om harder te gaan en grenzen te verleggen.”
Meetmoment
Als tweevoudig marathonkampioen bij de junioren hield Visser er de afgelopen jaren ook nog langebaanambities op na. Die heeft hij met zijn overstap naar een marathonploeg niet volledig overboord gezet, al is hij wel anders gaan trainen. “Ik merk dat ik aan het transformeren ben, maar ik merk ook dat niet alles wat ik kan eruit komt. Ik had heel graag een marathon willen rijden. In training rijd je al die ronden wel, maar je wilt ook zien wat het oplevert.”
Die wens leeft ook nadrukkelijk bij Vos. Hij stroomde na een succesvol jaar bij de beloften door naar de hoofdmacht van zijn ploeg Bouwselect. Vorig jaar kreeg hij in een aantal doorstroomwedstrijden al een voorproefje van het grote werk. “Ik heb er dus al aan geroken en ik had heel veel zin om een volledig seizoen te gaan rijden. De trainingen liepen goed en dan is het echt jammer dat je het niet kunt doen. Met twee mass starts in oktober hebben we geluk gehad, maar je wilt meer.”
Zonder wedstrijden heeft Vos meer tijd voor andere dingen. Hij is aan de slag gegaan als medewerker in de teststraat van de GGD IJsselland en pakt zijn studie Biomedische Wetenschappen op. “Als we echt willen, zouden we naar Amsterdam of Haarlem kunnen, maar dat is voor ons minimaal een uur rijden. Dan vraag je je af wat dat oplevert. We zijn nu vooral aan het trainen wat we leuk vinden om toch motivatie te houden.”
De mannen zijn voorlopig aangewezen op de diverse wedstrijdprikkels die de trainers hun voorschotelen. Bij Sportchalet Viehhofen, de ploeg van Den Heijer, levert dat soms nog spectaculaire uitslagen op. Tijdens een handgeklokte tijdrit over meerdere rondes eindigden drie van zijn ploeggenoten binnen enkele honderdsten van elkaar. Bij Bouwselect wordt er momenteel veel gefietst om de conditie op peil te houden en er wordt gekeken of er op de skeelerpiste in Heerenveen getraind kan worden.
Ondanks de diverse wedstrijdprikkels en afwisselende trainingen om de motivatie hoog te houden zouden ze toch het liefst van alles een marathon rijden. Den Heijer: “Mijn ploeggenoot Timo Verkaaik rijdt al vijftien jaar in de topdivisie. Hij kent zijn plek in het peloton wel een beetje, ook al vindt hij het natuurlijk ook vervelend dat er geen wedstrijden zijn. Maar wij hebben als debutanten geen idee waar we staan.”