“We waren op zoek naar een ondergrens voor de financiering”, legt De Wit uit. De rijders en coach hadden zichzelf tot 7 juli de tijd gegeven om die ondergrens te bereiken. “We hebben nu besloten om door te gaan, maar we zijn zeker nog op zoek naar meer.”
Hoewel het mogelijk is om met het huidige budget een seizoen te draaien, maar het zal voor alle betrokkenen zeer sober zijn. Dat het budget voor De Wit vooralsnog beperkt is, neemt niet weg dat de coach erg tevreden is. “We zijn er zeer content mee. Je ziet ook aan de teams om ons heen hoe lastig het is. Sommige teams beginnen uit elkaar te vallen.”
Omdat het team nog op zoek is naar een hoofdsponsor gaat het de komende tijd aan de slag onder de naam ‘Project 2018’. Die naam is gekozen omdat de ploeg de ambitie heeft om in ieder geval tot de Olympische Spelen van Pyeonchang door te gaan.
Teammanager Jarno Meijer legt uit: “Ons doel is om een langere periode talenten te ontwikkelen. We kijken niet alleen naar dit seizoen of naar Sotsji, maar nog verder.” Dat betekent niet dat de ploeg een kraamkamer voor de grotere ploegen wil zijn.
“We willen in die jaren meegroeien met onze rijders. Nu past een C-licentie bij ons, maar daar willen we over een paar jaar in doorgroeien.” Meijer begrijpt dat het lastig is om deze ambitie waar te maken. Niet alleen omdat in zijn plan ook de sponsoring moet meegroeien, maar ook omdat het lastig is om talenten voor het eigen team te behouden.
“Dat wordt een hels karwei”, geeft Meijer toe, “maar we gaan er alles aandoen om elk jaar de omgeving zo in te richten dat het nieuw aanvoelt en dat de rijders zich bij ons kunnen blijven ontwikkelen.”
Bij Project 2018 rijden komende winter de oude 1nP-rijders Lucas van Alphen, Tom van Beek en Frank Hermans. Nieuw bij de ploeg zijn Jos de Vos en de dames Irene Schouten en Mariska Huisman.