“De dames hebben goed gereden. Ze hebben zich aan het raceplan gehouden en meer zat er niet in. Bij de mannen wel, die hebben wel wat foutjes gemaakt”, stelde de bondscoach na afloop vast.

Voor het seizoen had de KNSB aangegeven met de ploegenachtervolging een nieuwe weg in te slaan. Een weg met meer nadruk op die discipline, kortere lijntjes met de schaatsers en meer beleving bij rijders en beleiders.

“Dat werkt goed”, meende De Vegt. “Ik zie bij de schaatsers meer beleving. Ze hebben het erover in de voorbereiding en ze durven eerlijk en hard tegen elkaar te zijn.” De ploeg wordt niet op het laatste moment samengevoegd en de baan opgestuurd, maar De Vegt werkt aan het groepsgevoel.

“Dinsdag heb ik een kopje thee gedronken met de selectie en hebben we over de race gesproken. Vervolgens zijn we donderdag gaan trainen. Voor volgende week is het de bedoeling dat de ploegen elke dag vanaf woensdag samen bepaalde trainingen afwerken.”

Het blijft echter problematisch dat de ploegenachtervolging altijd een bijprogramma is en dat schaatsers daarom ook altijd hun individuele afstanden moeten rijden. Daardoor past de achtervolging vaak niet in het programma, maar daar valt binnen de huidige opzet van de World Cup niets aan te doen.

“En omdat op de WK in Inzell alleen rijders mogen meedoen in de achtervolging die zich ook individueel geplaatste hebben, probeer ik zoveel mogelijk rijders aan bod te laten komen in de World Cup. Zo heb ik uiteindelijk de keus”, verklaart De Vegt zijn selectiebeleid. Volgende week staan in Hamar weer andere rijders aan het vertrek.

Als bondscoach houdt De Vegt niet alleen de rijders voor de ploegenachtervolging in de gaten, maar de hele Nederlandse afvaardiging in Berlijn. “Ik had natuurlijk graag wat vaker Nederlanders op het hoogste treetje gezien”, geeft De Vegt toe.

Om te spreken van een tegenvallend optreden gaat hem echter te ver. “Het is niet goed mogelijk om na Heerenveen en Berlijn al echte conclusies te trekken. Op de 1500 meter bij de dames en op de 3000 is onder de maat gepresteerd. Hoewel Wüst het op de 1500 nog wel goed deed met een derde plaats. Maar als ik het hele toernooi een cijfer zou moeten geven is het toch een voldoende.”

Dit seizoen mist de Nederlandse delegatie twee belangrijke toppers: Sven Kramer en Annette Gerritsen. Maar De Vegt wil het uitblijven van goud in Berlijn niet in hun schoenen schuiven: “We hebben voldoende kwaliteit met de huidige groep op voor de winst mee te doen.” De Vegt is desalniettemin blij met het presteren op de 1000 en 1500 bij de mannen, waar telkens meerdere Nederlanders zich de top-10 inreden. "Maar als je de prestaties van Berlijn en Heerenveen optelt hebben we minder gepresteerd dan we verwacht hadden”, moest de bondscoach vaststellen.

“Dat komt ook omdat andere landen weer opkomen, zoals de VS en Noorwegen. Vooral Noorwegen is nu weer stabiel aan de top en dat is alleen maar positief. Het is goed voor het schaatsen in het algemeen en het dwingt ons om de concurrentie aan te gaan.”

De Vegt stapt niet teleurgesteld in de auto naar Nederland en heeft de blik alweer op de World Cup in Hamar gericht. “Ja, ik heb er zin in. Ik ben benieuwd naar de 10.000 meter.”