De truc van Crispijn Ariëns
RESCHENSEE – Bij het uitdelen van de startlijsten, de middag voor de derde wedstrijd van de KPN Grand Prix, keken sommige rijders verbaasd op. Crispijn Ariëns? Die zat toch in Nederland? Niet dus.
Crispijn Ariëns lacht veelbetekenend. Een truc, verklaart hij. "Niet iedereen hoefde te weten dat we toch nog zouden komen." En 'we', dat is in dit geval Ariëns zelf en ploegmakker Jan van Loon. De twee zouden aanvankelijk inderdaad niet naar de Reschensee afreizen, maar dat plan veranderde snel.
Zaterdagavond na de Alternatieve aan de Weissensee begon het al te broeien bij Ariëns. "Durk Fabriek pakte daar het leiderspak, maar zoals het er voor stond zou hij alleen in Italië rijden." Daar had Ariëns moeite mee. "De ploeg heeft dit seizoen heel veel werk voor mij verricht in de Marathon Cup. Daarom wilde ik nu op mijn beurt klaar staan voor iedereen. Op de Reschensee zou ik mijn steentje kunnen bijdragen voor Durk."
Voor Ariëns stond het vast dat hij eerst vanuit Oostenrijk naar huis zou rijden. "Ik wilde rusten, alles een beetje op orde brengen, de kleding wassen. Jan van Loon dacht er net zo over." Overleg met teammanager Ingrid Dijkstra en sponsor Paul Olijve resulteerde in het besluit toch naar Italië te reizen. Maar dat werd niet aan de grote klok gehangen.
Zelfs Durk Fabriek, die maandag al op de Reschensee was, repte met geen woord van de aanstaande komst van zijn ploeggenoten. "Prima", vindt Ariëns. "We hoefden niemand wijzer te maken dan ze al zijn."
Onderdeel van het besluit was wel pas zo laat mogelijk naar Italië te gaan. Dat had alles te maken met de hoogte van het stuwmeer, dan op 1500 meter ligt. Ariëns: "Dan kun je twee dingen doen. Of heel vroeg heen gaan, of juist zo laat mogelijk. We hebben gekozen voor het laatste." Vrijdagochtend stonden Ariëns en Van Loon in alle vroegte op Schiphol, vrijdagmiddag stonden ze al even op het ijs. "Dat ging niet geweldig", bekent Ariëns. "Maar gelukkig ging het wel op het moment dat het moest."
Overigens rakelde de winst van Ariëns nog eens de discussie op over het omgaan met de hoogte van de Reschensee. Algemeen werd gesteld dat het fataal zou zijn vanaf de op 900 meter hoogte liggende Weissensee eerst terug te gaan naar Nederland, en dan door te reizen naar de Reschensee. Maar die opvatting werd gelogenstraft door De Haan Westerhoff en Husqvarna.
Beide ploegen kwamen pas vrijdag in Italië aan, en waren beide dominant aanwezig in de koers. Van Werven daarentegen was bijna voltallig al heel vroeg op de Reschensee, maar moest toezien hoe alle vijf de rijders al vlot de koers moesten verlaten. "Dit heeft voor ons gewerkt", vond Ariëns. "Maar het is niet te zeggen dat het ook de juiste weg was."