Kunstschaatsen
Wie van dat vierjaarlijkse hoogtepunt droomt, maar er niet voor in aanmerking komt, is kunstschaatser Niki Wories. Hoewel ze volgende maand naar China vliegt om mee te doen aan het Olympisch Kwalificatietoernooi in Beijing, weet de Almeerse dat ze geen kans maakt op uitzending naar Milaan. “Hoe wij het benaderen – en dan heb ik het over NOC*NSF en KNSB – we maken een route waarop iemand zich kan kwalificeren voor de Spelen, en die is bekend bij de atleten, ook bij Niki. Daar houden we ons aan. In dat traject zit de wedstrijd in Beijing niet. De reden: het besluit is gestoeld op de basis van top-8 (de gebruikelijke eis van NOC*NSF, red.), maar gezien de prestatiedichtheid in het kunstschaatsen is dat top-14 geworden.

“Het paar Michel Tsiba en Daria Danilova is daar nog voor in de race. Zij moeten op twee toernooien (uiterlijk twee weken van tevoren aangegeven door het koppel) een keer een bepaalde score behalen om het startbewijs voor Milaan te krijgen. Dat is de aanvullende eis, omdat ze tijdens het WK als vijftiende zijn geëindigd. Waren ze veertiende geworden, dan zouden ze nu zeker zijn geweest van de Spelen. Zij zijn supergoed op weg, maar het moet nog wel even gebeuren.

“Terug naar Niki: ze wil heel graag laten zien wat ze kan. Daar hebben we ook over gesproken en we willen als bond haar ook graag helpen, want stel je voor dat ze wint in Beijing: wat dan? Toen is gesteld: dit zijn de kaders van de kwalificatie, de deur naar Milaan is dicht. Dat geldt eveneens voor Chelsea Verhaegh en Sherim van Geffen, het ijsdanspaar. We hebben gezegd: als je naar Beijing wilt om je te meten met de besten, snappen we dat. Ze wil graag nog vier jaar door, en die wens moeten we als bond ondersteunen. Daarom is ze ingeschreven voor de wedstrijd in China, met dien verstande dat we die reis en verblijfskosten niet kunnen betalen vanwege bezuinigingen. Dat zoiets schuurt voor de buitenwereld, begrijp ik. Maar wij zijn er steeds heel duidelijk in geweest.”

In de schaduw van de nationale toppers signaleert De Wit een ontwikkeling die hem hoopvol stemt. Hij noemt de 15-jarige Angel Delevaque een rijder die zeer talentvol is en de drie jaar jongere Leon Lo ‘héél goed’ als de exponenten van morgen. “Met zulke grote talenten moet nog heel veel gebeuren. De bond helpt daar graag bij en dat is de reden dat we in de strategie richting 2030 het een en ander willen wijzigen om de talenten beter te kunnen begeleiden. Verder zien we dat de populariteit van deze sport onder kinderen enorm groeit. We zijn dan ook hard bezig om dat naar een next level te trekken. Dat vraagt veel tijd, omdat je in het kunstrijden dikwijls hebt te maken met individuen, in plaats van een teamsport, een groepsomgeving of een nationaal centrum.”

Teruggrijpen naar een Nationaal Trainingscentrum Kunstschaatsen, dat enkele jaren geleden werd gelanceerd maar na negen maanden stopte, is niet aan de orde. “De tijd was er niet rijp voor. We zoeken vooral naar mogelijkheden om de beloftevolle rijders en hun coaches beter te kunnen bedienen.”

Niki Wories
Niki Wories: wel naar China, niet om nog een startbewijs te verdienen voor de Spelen. | Foto: Pietures.nl
Daria Danilova en Michel Tsiba
Nog een keer moet het duo Danilova/ Tsiba laten zien dat er sprake is van 'olympisch niveau'. Maar dat zal vast lukken. | Foto: ISU

Inlineskaten
De enige zomerdiscipline van de KNSB worstelt op het hoogste niveau al jaren om het hoofd boven water te houden. Het inlineskaten of skeeleren kent een regionale en landelijke competitie, maar de opkomst van de rijders (nationaal) is de jongste jaren flink teruggelopen. Andere belangen (marathonschaatsers die zich voorbereiden op de winter) en afnemende interesse zorgen ervoor dat veel wedstrijden met kleine deelnemersaantallen worden verreden.

Een dieptepunt was de finale van de Marathon Cup deze zomer, waarbij de vrouwen en mannen in een wedstrijd moesten starten vanwege het geringe aantal aanmeldingen. Hoe die teneur moet worden stopgezet? Lastige kwestie, en in elk geval een voor de nieuwe disciplinemanager. Op 1 oktober vertrekt de huidige, Marcel Scheperkamp, die trouwens ook verantwoordelijk is voor de afdeling marathonschaatsen. Hij zal zijn opvolger wel inwerken tot en met het Daikin NK Marathonschaatsen op nieuwjaarsdag.

De nieuwe kopman krijgt beide disciplines onder zijn hoede, met naast zich een competitieleider. In de ideale situatie zou de competitieleider zich volgens De Wit moeten buigen over de kalender van de skeeleraars en marathonrijders. “Via een degelijke structuur in de nationale trainingsgroep waar we nu op kunnen bouwen zoeken we de verbinding tussen positieve verenigingen en het nationale programma. Dat is een poging meer bewustzijn te creëren bij inliners: je kunt niet elk jaar even inlinen om de wereldtop te bereiken.”

Luc ter Haar op kop van het peloton in Oldebroek
Finale Marathon Cup 2025: een aardige race, maar een magere bezetting.

Shorttrack
De Winterspelen, daar draait het allemaal om. De Wit verbergt zijn optimisme niet. De vrouwen van TeamNL? “Als we het over de relay hebben, doen we absoluut mee met de wereldtop. Vorig jaar heeft de ploeg een acceptabel tot goed niveau geëtaleerd, zonder (de geblesseerde) Selma Poutsma. Met haar erbij is het niveau goed tot zeer goed. Zoë Deltrap heeft een heel grote stap gemaakt. Bibi Arts sluit als nieuweling prima aan, Diede van Oorschot doet het prima. De meiden van Velzeboer? Onbesproken. Wat er in potentie in deze selectie zit, wordt er momenteel echt uitgehaald. Dat constateer ik in tijden, fitheid of de manier waarop ze blij zijn met de sport. Ik vind ons kanshebbers in Milaan, al voeg ik er direct aan toe: in shorttrack moet het allemaal goed vallen om de medailles op de Spelen te pakken. Ik ben zeer benieuwd naar de eerste wedstrijden van dit seizoen. Alles ziet er goed uit”, aldus de technisch directeur.

Natuurlijk valt de naam van Suzanne Schulting, de meest gedecoreerde rijder van Nederland. Handig ontwijkt De Wit de vraag of hij nog rekening houdt met de shorttracker Schulting. “We hebben duidelijke afspraken gemaakt. De regie ligt bij haar team. Er is een mogelijkheid dat ze via een zijdeur kan binnenstromen. Zij weet net zo goed dat ze niet zomaar een team binnenstapt zonder zichzelf eerst te hebben laten zien. Ik benadruk, met veel respect: we hebben het nog steeds over Suzanne Schulting.”

Refererend aan haar rentree, na de enkelbreuk van het WK in 2024: “Suzanne stapte het ijs op en na twee rondjes dacht ik jij bent een van de allerbesten. Punt. Conditioneel, niet stroef in de bewegingen, noem het maar op. Die skills verdwijnen nooit. Zodra je een gestopte toptennisser een racket in z’n handen duwt, heb je meteen in de gaten dat hij kan tennissen. Dat is bij Suzanne niet anders. Dat betekent echter niet dat ze zomaar geselecteerd zal worden. Ze moet het bewijzen, want dat is het systeem waarin we werken. Het is aan haar en ik hoop dat ze alles eruit haalt wat erin zit. Wat ik belangrijk vond was dat ze een keuze maakte waarvan ze blij werd en energie kreeg, en niet omdat anderen iets vonden. Het is namelijk keihard werken.”

Triggeren blijkt het sleutelwoord wanneer De Wit ingaat op de situatie bij de mannen, tien in getal. Er is geen twijfel: een man, Jens van ’t Wout, behoort tot de buitencategorie. De rest hunkert naar aansluiting bij de internationale elite. Afgelopen seizoen klom Van ’t Wout soms tot op de hoogte van de ongenaakbare Canadees William Dandjinou; net te vaak presteerde hij niet wat er in zijn vermogen lag. “Jens is net als de rest zeer gedreven op weg om goed te zijn, het liefst zodat hij zijn favoriete spel zelfs kan spelen zonder coach”, beargumenteert de technisch directeur.

“Jens wordt getriggerd door zijn teammakkers, door de manier waarop de staf hem begeleidt en door de wijze van trainen. Hij heeft een omgeving nodig waarin hij zich lekker en happy voelt. Dat is ook het geval. Wat ik zie in het team, is dat er een heel grote acceptatie is voor elkaar, maar ook een hevige concurrentiestrijd. Dat laatste stuwt het niveau omhoog.”

Met tien man aan boord kan bondscoach Niels Kerstholt in de relay genoeg variëren in samenstelling. Een ervaren rot als Sjinkie Knegt zou het liefst opereren met een vaste, op elkaar ingespeelde kern van rijders. Automatismen zijn in zijn ogen zoveel belangrijker dan hard kunnen schaatsen. “Ik ken zijn zienswijze, maar weet dat Niels qua visie een bredere kijk heeft op het samenstellen van een relay-viertal. Hoe deze kwestie wordt aangevlogen, is iets voor na het afronden van de voorbereiding. Even afwachten hoe iedereen daar uitkomt. Zeker is dat de mannen de potentie hebben om aflossingen te winnen. Honderd procent”, oordeelt De Wit, die TeamNL Shorttrack de doelstelling van vier olympische medailles en vier finaleplaatsen heeft ingeprent.

“Naar onze mening moet je als grote shorttrack-natie vier keer op het podium willen staan. Rijd je daarbij vier finales dan doe je het naar behoren. Het is in deze tak veel moeilijker tot de eindstrijd door te dringen dan een medaille te behalen.”

Michelle en Xandra Velzeboer
De zussen Velzeboer, sterkhouders van de vrouwenploeg. | Foto: KNSB - Shapevisions

Langebaan
Na de sterke jaargang 2024-2025 van de langebaanatleten begint de vaderlandse delegatie vanuit een prima uitgangspositie om het maximale aantal van twee keer negen startplekken op de Winterspelen te bemachtigen. “Luisterend naar alle geluiden die ik opvang, zijn de teams volledig up and running. Bondscoach Rintje Ritsma heeft al getraind op de team pursuit en mass start, en ik ben blij Patrick Roest te zien rondrijden. Het is wachten op het Daikin NK Afstanden (31 oktober-2 november). Dan worden de kaarten geschud voor de World Cup waarvan de eerste twee (in Salt Lake City en Calgary) van levensbelang zijn.”

De oogst in olympisch Milaan? Tien medailles is het streven, waarvan vier gouden en een ervan voor een teamonderdeel. Het zouden er zes minder zijn dan op het WK in Hamar. “Ja, maar de Spelen is een ander verhaal. We zijn met minder rijders en de wedstrijden worden meer uitgesmeerd, wat sporters de kans biedt beter te herstellen van een eerdere inspanning. Op basis van de cijfers uit het verleden moeten we tevreden zijn met tien.”

Patrick Roest en zilveren handschoen
Hij is op de terugweg, na een seizoen van wanhoop. "Ik ben blij Patrick te zien rondrijden", aldus De Wit. | Foto: Soenar Chamid