De zinderende finale was een prachtige ontknoping van de wedstrijd over honderd kilometer, die het aanzien waard was. Een groep van 21 koplopers sprintte om de winst in de AKM.

Lange tijd leken de mannen van BAM met Bob de Vries en Jorrit Bergsma de beste papieren te hebben, maar uiteindelijk was het de lange Hadders die buitenom naar de winst sprintte. "Dit is mijn mooiste overwinning’’, bekende de stralende Hadders, die de kroon overnam van ploeggenoot Sjoerd Huisman.

Hij had er 's avonds al een voorgevoel van. "Ik ging slapen, en ik voelde 'morgen ga ik winnen'. Dat heb ik wel vaker, maar dan vertelde ik het tegen anderen, en kwam er uiteindelijk helemaal niets van. Dit keer heb ik het voor mezelf gehouden. Prachtig als dat dan waarheid wordt."

Boven de deur van de 'huiskamer' van het appartement in het hart van Techendorf hangt een krantenknipsel met een grote kop. 'Hier winnen geen koekenbakkers', staat er te lezen. Het artikel is inmiddels alweer een jaar oud, maar de tekst doet nog steeds opgeld.

"Het was zwaar vandaag", beaamt de 28-jarige Hadders. "Het ijs ziet er mooi uit, maar het is stroef. Alsof je steeds bij je enkels wordt vastgepakt. Het is niet voor niets dat de helft al bij de kachel zat toen wij finishten. Dat zegt genoeg. Over honderd kilometer rijden we op de Weissensee de laatste jaren massaal naar een sprint."

Deze keer dus niet. De honderden liefhebbers zagen vanaf het begin een koers waarin werd gestreden en aangevallen. Vaak leverde dat niets op, maar uiteindelijk wel. De aanstichter was een groepje rond Bob de Vries. "Wij zaten er niet bij, maar met de hulp van Geert-Jan van der Wal heb ik kunnen aansluiten, samen met onder andere Joost Juffermans."

Hadders moest echter meteen alweer vrezen voor het voortbestaan van die kopgroep. Hij was amper aangesloten of de benen werden stilgehouden. "Gelukkig kwam al snel Douwe de Vries erbij. Dat was voor mij gunstig. Hij ging meteen op kop rijden, en zelf hoefde ik niet veel meer te doen." Hadders is vol lof over het werk van De Vries. "Hij moet hebben gedacht dat hij al in Hamar was. Man, wat reed hij hard. Dat moet een nieuw wereldrecord op de tien kilometer zijn geweest."

Gevolg was dat het aan de achterkant voor andere rijders bijzonder moeilijk werd de sprong naar de kopgroep te wagen, terwijl aan de voorkant door het helse tempo aanvallers als Juffermans en Jouke Hoogeveen niet de ruimte kregen weg te rijden. Jorrit Bergsma waagde nog wel de sprong, slaagde ook, net als Hadders’ ploeggenoten Van der Wal en Frank Vreugdenhil. "We zaten we met vier in de kopgroep, dat gaf heel veel rust."

Bergsma kwam eigenlijk te laat. "Hij sloot aan op het moment dat Bob de Vries vooraan de sprint aanging. Dat Bergsma evengoed nog derde werd, zegt ook iets over zijn kwaliteiten."

Bob de Vries dichtte zich zelf een goede kans toe, ook al had hij er vooraf niet te veel vertrouwen in. "Gisteren voelde ik me niet zo goed, maar in de wedstrijd viel het mee. In de finale ging het aanvankelijk goed. Ik ging de sprint aan, en lag goed op koers. Tot ik in een scheur reed, moest wegstappen om niet te vallen, en zo een paar meter verspeelde. Jammer."

Hadders profiteerde onmiddellijk. Hij passeerde aan de buitenkant, klopte De Vries en Bergsma en pakte ze de winst. "Eigenlijk heb ik maar vijftig meter op kop gelegen", zei hij met een grijns. "Maar dat was deze keer genoeg."

Het was voor Rob Hadders zijn tweede overwinning op natuurijs, het opgespoten baantje in Veenoord even buiten beschouwing gelaten. Eerder had hij in 2008 succes in Zweden, toen nog in het pak van BAM. "Deze is mooier", zegt hij stellig. "In Zweden was een aantal jongens niet, hier was iedereen er. Dat geeft extra waarde."

Hij is ook meteen de eerste leider in het klassement van de KPN Grand Prix, maar dat zegt Hadders nog weinig. "Ik heb al zo vaak voor klassementen gereden, en het levert eigenlijk nooit iets op." Dit jaar pakte hij echter wel de eindzege in de Super Prestige op Flevonice, maar dat zegt hem in dit geval niet veel. "Ik zie wel wat er van komt. Pas na de tweehonderd kilometer van volgende week zaterdag kun je daar echt iets over zeggen. Deze zege staat, en daar ben ik heel blij mee.’’