Dat daaruit volgt dat hij zichzelf de beste tien-kilometerrijder vindt, beaamde De Jong bij de perspresentatie van zijn ploeg volmondig. "Ja. Op de tien kilometer kan ik iedereen verslaan."

Hij heeft zelfs al een richttijd voor ogen op de Russische baan. "Jillert Anema zegt dat de winnaar 12.45 moet rijden. Dat is loeihard, maar ik denk niet dat het onmogelijk is."

De 36-jarige stayer voelt zich goed en kan niet wachten totdat het seizoen begint. "Ik ben gespannen, gedreven en positief. Ik kijk er echt naar uit", benadrukte hij. "Ik ben aan het stralen."

Als De Jong zich eind december voor de Winterspelen plaatst worden dat zijn vijfde. Die ervaring van de voorgaande keren scheelt in zijn voorbereiding, denkt hij. "Ik heb ervaring. Ik weet wat erop me afkomt."

Alle kleuren olympische medailles heeft De Jong al in huis. Hij won zilver in Nagano in 1998, goud in Turijn in 2006 en brons in Vancouver in 2010. "Met die zilveren en bronzen medaille was ik toen ook heel blij omdat ik naar omstandigheden mijn beste races gereden had."

Toch is alleen goud het doel in Sotsji. "Wat moet ik met zilver?"

Na de Spelen vervolgt De Jong zijn loopbaan. Aan stoppen denkt hij nog niet. "Ik ga door zo lang het leuk is en de prestaties daar zijn", zei hij. "Ik verbeter nog altijd elk jaar, ook al is dat misschien niet altijd goed vast te stellen omdat we steeds onder verschillende omstandigheden rijden."

Er is ook nog altijd meer ruimte voor progressie, denkt hij. "Je hebt altijd in technisch opzicht punten die je kan verbeteren." Bovendien begint de leeftijd niet te tellen, bezweerde hij. En als dat al gebeurt, dan in zijn voordeel. "Je kan je trainingsjaren benutten. Je moet wel anders trainen, want als ik nu zou trainen als vroeger zou ik lang niet zo hard rijden."

"In trainingsjaren telt de ouderdom niet."