Gedurfd, onvoorspelbaar, rebels, lef, snelheid, passie, pioniersmentaliteit, grensverleggend, spektakel… En zo had commercieel directeur Jeroen Kraaij op de eerste dag van september vast nog meer typeringen uit zijn vocabulaire kunnen schudden die bij de koers passen die de KNSB vastbesloten is in te zetten met de topshorttrackers. De ferme taal en grootse voornemens (‘We zijn toe aan de volgende stap’), gekoppeld aan de inbreng van de twee enthousiaste en loyale hoofdsponsors Odido en Rabobank, onderstreepten de giga-ambities van Quantum Leap.
Zo kreeg de jaarlijkse presentatie van de ploeg, die al maanden volop in voorbereiding is op een seizoen met Winterspelen, een extra dimensie. Aan dat mondiale festijn van 6 tot en met 22 februari 2026 in Milaan en wijde omstreken werd tussen de zeven meter dikke muren van het Fort bij IJmuiden (op een eilandje in de monding van het Noordzeekanaal) werden natuurlijk voldoende woorden gespendeerd. De hoofdmoot betrof het veelomvattende plan met vier sportieve pijlers en drie meer op de marketing en communicatie gerichte aspecten, die shorttrack op termijn tot een echt professionele sport moeten laten uitgroeien. “Deze mensen”, sprak technisch directeur Remy de Wit, doelend op de groep van achttien mannen en vrouwen, “verdienen dat. En wij, de KNSB, willen nog harder dan we de voorbije jaren al zijn gegaan met shorttrack.”
“Als je dat wilt, moet je je positioneren”, haakte Kraaij in. “TeamNL Shorttrack moet rebels zijn, spektakel creëren, maar op een eigen manier.” Hij haalde het Formule 1-team van Red Bull als voorbeeld aan. “Max Verstappen wist dat hij afgelopen weekend op Zandvoort niet kon winnen, dus besloot hij het publiek te vermaken. Hij koos voor zachte banden, terwijl het hele veld op mediums vertrok. Op soortgelijke wijze kunnen onze rijders ook het ijs opgaan, gedurfd en onvoorspelbaar.”
Zeven ambities realiseren, zo doceerden Kraaij en De Wit, helpt de sport op de weg naar de top. Als het allemaal marcheert zoals voorzien is, moeten er tussen nu en 2023 een hoop bakens zijn verzet. “We zijn al heel goed. Maar stilstand is achteruitgang. We hebben ons afgevraagd wat we moeten doen om straks echt de beste shorttrackploeg ter wereld te zijn: het beste topsportprogramma bieden, het programma voor de next generation op orde hebben, professionele faciliteiten voor de atleten, een dedicated shorttrack baan (een computergestuurd schaalmodel van een ijsbaan voor allerlei wedstrijdsimulaties), next level events (oftewel meer toernooien in eigen land van het niveau WK in Ahoy, de trendsetter), veel aandacht voor de fancommunity, en een eigen identiteit. Het gehele team verscheen op de voorstelling in blitse, witte jacks. Kraaij: “Die jasjes symboliseren een beetje wat we bedoelen.”
“Ik vind het prachtig en leuk dat de KNSB er zo mee bezig is voor ons alles professioneler en beter te willen maken. Dan is het mooi wanneer er zo’n initiatief naar buiten komt”, meende Michelle Velzeboer, die de mogelijkheid van een vergoeding voor alle teamleden sowieso zou toejuichen. “Elk beetje helpt. Ik snap dat het voor de mensen in de ploeg die geen steun ontvangen vanuit NOC*NSF (omdat ze nog geen topsportstatus hebben, red.) een belangrijke factor is. Het kan een extra uitdaging zijn, omdat je het liefst niet bezig bent met randzaken. Wanneer het obstakel geld uit de weg kan worden geruimd is dat prettig.”
“Het zou super zijn als de gehele ploeg kan worden beloond. Ik heb een toelage van NOC*NSF. In het andere geval zou het een moeilijk verhaal kunnen worden, aangezien ik in Heerenveen woon. Dat geld voor huur en dat soort zaken moet ergens vandaan komen, en dikwijls ben je op je ouders aangewezen. Dat kan heel lastig zijn, ook omdat je op een bepaalde leeftijd heel graag zelfstandig wilt zijn en de zaken zelf wilt regelen”, zei Daan Kos.
Bibi Arts, nieuw in TeamNL Shorttrack, wist überhaupt niet wat ze meemaakte. “Ik vind het lachen: het is m’n eerste jaar in de ploeg en meteen wordt er zo uitgepakt. Vlak voordat we binnenkwamen, kreeg ik dat witte jasje in m’n handen gedrukt. Ik keek m’n ogen uit”, aldus De Brabantse, die stiekem verlangt naar het moment dat ze wat kan verdienen met haar sport. “Dat is belangrijk voor me, want ik kan er niet naast werken. Ik volg opleiding tot aardrijkskundeleraar, ga naar m’n derde jaar. Alleen, de combi met een baan lukt niet. En als je toch wilt werken, schiet je jezelf flink in de voeten omdat je alle energie die je hebt beter kunt gebruiken voor de sport...”