Het biiprogramma van de World Cup op de langebaan levert soms prachtige verrassingen op. De 6.04,21 van een knul uit een niet-schaatsland op de 5000 meter is een plaatje dat de sport zo leuk maakt. Wat nou als Peder Kongshaug uit Noorwegen na 45 deelnemers de resultatenlijst had aangevoerd, met zijn 6.05,89? Dat zouden we knap hebben gevonden: een mooi persoonlijk record voor de olympisch kampioen op de ploegenachtervolging, de wereldkampioen op de 1500 meter en de nummer twee van het EK Allround. Maar een surprise? Nee, die vent hoort thuis in de A-groep.
Daar verhuist hij nu ook heen, in het gezelschap van Alexander Farthofer. Vraag de Oostenrijker niet hoe hij het gefikst heeft, want hij blijft je het antwoord schuldig. Zijn 6.04 en een beetje is vijftien seconden en iets meer dan een beetje sneller dan zijn beste tijd op de afstand. “Wacht even”, roept hij enthousiast door de telefoon, “ik zoek een rustig plekje hier want het is nogal rumoerig in het stadion.” Vijf tellen later is-ie weer in de lucht en geeft hij aan “echt geen idee te hebben waar deze explosie vandaan is gekomen. Ik heb dit seizoen een aantal kleine dingen aangepast en die hebben goed uitgepakt. Dat er nu zo’n tijd uitrolt… Nee, dat had ik niet verwacht, al wist ik dat de vorm er was”, vertelt hij.
Dat laten zijn uitslagen trouwens ook zien. In juli van dit jaar reed Farthofer zijn eerste race van het seizoen, een drie kilometer. De 3.45,40 was niks bijzonders in schaatsland, maar wel voor hem een persoonlijk record. Sindsdien schaatste hij vijftien wedstrijden, alle op zijn ‘thuisbaan’ Inzell, variërend van 500 meter tot tien kilometer, met daarbij zes pr’s en drie nieuwe nationale seniorenrecords. Hij is nu de baas op de drie, vijf en tien kilometer. Een puike reeks, wetend dat afgelopen winter veel, zoniet alles tegenzat door ziekte. Plotseling lonken nu de Winterspelen.
De voorstelling van vrijdagavond op ’s werelds snelste piste is vanzelfsprekend de meest bijzondere. De eerste doorkomsttijd is 19,0, daarna bijt Farthofer zich vast in rondjes 28, en hij ontkomt twee keer niet aan een 29’er. “Ik kan het nog niet geloven. En dan te bedenken dat er nog ruimte is om te verbeteren. Tenminste, dat voel ik”, verklaart hij blij.
Farthofers profiel op de website van de ISU verraadt dat Nils van der Poel een bron van inspiratie geweest. “Ja, dat heb ik een aantal jaar geleden een keer gezegd”, erkent hij lachend. “Die man bewees dat je geen uitgebreide trainingsgroep of staf nodig hebt om te presteren, snelle rijden te rijden en iedereen te verslaan. Ik heb geprobeerd van zijn schema’s te leren. Met succes, kennelijk.” Hij trekt voornamelijk zijn eigen plan. Een enkele keer sluit hij in Inzell aan bij een groep die sprinttrainingen doet. “Het langeafstandswerk voer ik in mijn eentje uit volgens de programma’s die ik zelf schrijf, met een beetje hulp van enkele wielertrainers.”
Zaterdag wacht de 1500 meter, daags erna is hij deelnemer aan de mass start. “Misschien kan ik weer verrassen en me plaatsen voor de A-divisie zoals vandaag is gelukt.” Over zijn kansen op Milaan blijft hij voorzichtig. “We zijn net begonnen aan de kwalificaties. Als het zo blijft gaan, heb ik er vertrouwen in en hoop ik er over een paar maanden bij te zijn in Italië.”
Gabriel Odor, een landgenoot van Farthofer die zijn schaatscarrière een boost heeft gegeven door zich aan te sluiten bij de Canadese ploeg, reed in de B-divisie van de 1000 meter met 1.07, 92 zijn eigen Oostenrijks record uit de boeken. .
Voor de Nederlandse inbreng in de B-divisie op de 3 kilometer vrouwen, 5 kilometer mannen en de 1000 meter mannen en vrouwen viel er weinig te vieren op de eerste dag van de World Cup in Salt Lake. Niemand kwam in de buurt van promotie. Beau Snellink zat in de buurt, met de vijfde plaats op de 5000 meter (6.09,29), maar wel ruim vijf seconden achter winnaar Farthofer. Kars Jansman eindigde als zeventiende.
Sanne in 't Hof, meegereisd als vervanger van Merel Conijn, hield gelijke tred met Snellink: zij werd ook vijfde op de 3000 meter voor vrouwen.
Kai Verbij had al aangekondigd dat er niet veel van zijn rentree op topniveau mocht worden verwacht. Hij finishte als vijftiende op de 1000 meter, in 1.08,38.
De Chinees Hanbin Liu zorgde voor het eerste wereldrecord dit weekend. Hij dook op de 5 kilometer onder de junioren-toptijd van Metodēj Jílek: 6.11,10. Jílek zette in 2024 in Beijing 6.12,99 op de klok.