Huisman verbeet zaterdagmiddag zichtbaar de teleurstelling van de vierde plaats op de 500 meter, notabene zijn beste afstand. Natuurlijk, achter de niet te houden Jens van ’t Wout, maar ook zaten Teun Boer en Melle van ’t Wout voor hem in de uitslag. Weg waren de zonnestralen in zijn hoofd waarmee hij op overtuigende manier de wedloop naar de World Tour vrijdag was begonnen.
In het meest vreselijke spel dat shorttrackers kennen, de time trials, had de 28-jarige Westlander ‘ballen getoond’ zoals bondscoach Niels Kerstholt constateerde na de examens over drie, zes en negen rondjes tegen de klok. Hij eindigde respectievelijk als tweede, derde en vierde, zich niets aantrekkend van de verzuring die zijn lichaam vooral in de langste race als een allesvernietigend monster had leeggetrokken. Het deerde hem allemaal niet; deze winter zou het letterlijk Time to fly (de tekst van een tattoo aan de binnenkant van zijn rechteronderarm) moeten worden in de sport die hij met zoveel passie beoefent.
Tijd om te vliegen, en dus om alle obstakels op de route naar de Olympische Winterspelen te ontwijken of uit de weg te ruimen. Nou, dat was bepaald niet gelukt op de sprint, en nog minder op de 1500 meter die hij na een merkwaardige struikelpartij in de aanvangsfase als zevende en laatste had beëindigd in de finale. “Ik heb er niks aan dat ik fysiek in orde ben, hard kan schaatsen en zelfs wat applaus kreeg toen ik op die 1500 meter viel maar overeind wist te blijven. Het gaat om punten, die heb ik nodig in de strijd voor de World Tour”, mopperde Huisman geïrriteerd. Met de acht van de 500 meter en de twee puntjes die hij overhield aan de 1500 meter vond hij de oogst veel te schamel. “Als je goed bent, moet de rest ook een beetje meezitten.”
Dat was niet aan de orde. De halve finale van de sprint bleek een breekpunt. Huisman leidde de race tot anderhalve ronde van het einde. “Ik schaatste prima, zakte op een gegeven moment met een mes door het zachte ijs waarna Teun (Boer, zijn voornaamste sprintconcurrent in de ploeg, red.) er voorbijkwam. Ik reed er anderhalve ronde heel lelijk achteraan en eindigde als tweede.” De klassering was nog in orde, zijn tijd minder, want de minst snelle van de vijf mannen die zich plaatsten voor de eindstrijd.
“Ik stond daardoor op startpositie vijf, en Teun op twee. Er viel nauwelijks iets op te schuiven, alles voor me bleef dicht. Had ik maar op positie drie kunnen starten, dan had ik veel meer kanten op gekund. Nu werd het lastig en daardoor een moeilijk verhaal.”
De zevende (1500 meter) en vierde plaats (500 meter) leverden Huisman tien punten op. Boer (acht voor de vierde positie op de 1500 meter, dertien voor de derde plaats op de 500) verdiende er 21, Van ’t Wout zelfs 26 (21 voor de tweede stek op de 500 meter, vijf voor de vijfde plek op de 1500 meter). De score van 12,6 punten voor de tijdritjes leek aardig, maar hielp hem uiteindelijk geen snars, wetend dat Boer er 11,1 had gesprokkeld en Melle slechts 1,2. Ten opzichte van het duo wacht Huisman een flinke inhaalrace. Boer staat op 32,1, Van ’t Wout heeft een totaal van 27,2 en Kay 22,6. ‘Het is nu zeker tijd om te gaan vliegen”, erkende hij.
In dat schuitje kan Friso Emons net zo goed plaatsnemen. De specialist op de 1500 meter bungelt in een fictieve ranglijst van de TeamNL-rijders onderaan na twee wedstrijddagen, met 2,1 punten van de time trials. De schaatsmijl draaide uit op een ramprace waarin hij door onoplettendheid crashte; op de 500 meter incasseerde de Tilburger een penalty na niet toegestane passeerbeweging. Nul punten derhalve voor Emons.
“Het resultaat ligt in de lijn met voorgaande jaren”, klonk het laconiek, direct gevolgd door: “maar wel vervelend. Ik had gehoopt al wat punten te pakken, want ik voel me sterk. De valpartij was iets stoms: ik zag Daan niet voor me rijden. Over de penalty was wat discussie. Ik zat naast Niels Kingma toen ik langs hem wilde gaan. Ach ja, het is wat het is”, sprak Emons lachend. “Het wordt opnieuw een achtervolgingsrace. De jaren hiervoor was het precies zo. Ik ben het wel gewend, al is het vervelend dat in tegenstelling tot de eerdere jaren alle afstanden meetellen voor het klassement. Ik denk dat je daarom meer punten nodig hebt dan in het verleden. En helaas is mijn beste nummer, de 1500 meter, al voorbij. Misschien kan ik zondag op de 1000 meter wat moois laten zien.”
De uitslagen staan hier