Nederlandse shorttrackploeg in Solihull
In de beginjaren van het Indoor Short Track, want zo heette de sport toen nog, was er nog geen EK, maar een Europa Cup. In 1990 veroverden het dames- en herenkwartet goud op de aflossing in Reims. Hoewel Europa Cup werd er over een Europese titel gesproken. Een Europese titel tussen “aanhalingstekens”, zullen we maar zeggen.
Een jaar eerder was Shorttrack, na een geslaagde test in Olympisch Calgary in 1988, officieel toegetreden tot de Olympisch familie. En als een sport Olympisch wordt, trekt de aandacht aan. Zo ook in Solihull, tijdens het WK Shorttrack begin april 1989.
Op het moment dat de langebaanschaatsers hun schaatsen al weer bijna in het vet hadden gezet, ging Monique Velzeboer, op dat moment de leading lady van het Nederlandse shorrtrack bij de dames, in het Engelse stadje op jacht naar wereldgoud, na het onverwachte succes in 1988 van Peter van der Velde, die na zijn wereldtitel overigens meteen koos voor een fulltime job als vrachtwagenchauffeur.
Velzeboer eindigde slechts als achttiende, maar met de pas 15-jarige Joëlle van Koetsveld op plaats zes en zilver op de dames-relay leek de shorttrack-toekomst van Nederland verzekerd. Zeker ook, omdat bij de heren het Nederlandse kwartet opnieuw de wereldtitel op het aflossingsnummer veroverde en Jeroen Otter en Jaco Mos individueel goed in de top meededen.
Dat bestuurder Jaap Manshanden waarschuwde dat Nederland op z’n tellen moest passen nu shorttrack een Olympische sport was geworden, werd door de KNSB niet serieus genomen. “Door de Olympische erkenning kun je er zeker van zijn dat in veel landen shorttrack veel meer geld en aandacht zal krijgen dan tot nu toe het geval was. Als we mee willen blijven doen, zullen we de inspanningen moeten verhogen”, predikte de schaatsbobo. De KNSB droomde echter al over vier gouden shorttrack plakken bij de Spelen in Albertville.
Manshanden zou helaas gelijk krijgen. Wat in tien jaar was opgebouwd, werd nog voor de Winterspelen in 1992 afgebroken. Pas in 2006 ging het roer om en kregen de Nederlandse shorttrackers de juiste trainingsfaciliteiten. Na goed voorbereidend werk van de Canadees John Monroe moeten de Nederlandse shorttrackers onder Jeroen Otter weer mee gaan doen om de prijzen.
De huidige bondscoach maakte zelf deel uit van een gouden Nederlandse shorttrackgeneratie, waarbij de relay de spil vormde van het succes. Dat uitgerekend Otter nu oogst met de relayteams, kan dan ook haast geen toeval zijn. De cirkel lijkt rond, al zal de tijd dat natuurlijk leren.
Huub Snoep is hoofdredacteur van het magazine SchaatsSport