Min of meer toevallig rolde hij erin. Acht jaar geleden kreeg de shorttracktrainer van schaatsvereniging Utrecht (SVU) een G-schaatser, Marit Kaats, in zijn groep en liet haar meedraaien tussen de andere kinderen.
Ook zorgde hij ervoor dat ze met dispensatie mee kon schaatsen in de regiocompetitie shorttrack. "Jacob gaat voor de breedtesport. Dat straalt hij uit. Dan is er ruimte voor iemand als Marit", legt vader Hans Kaats uit.
"Ik zou dit nooit mee hebben gemaakt als Marit niet in mijn groep was gekomen", aldus Van de Bosch, die binnen de club in de toekomst een groepje wil vormen van G-schaatsers. "Je zou hier meer kinderen willen hebben, om ze niet te laten verdwalen op de langebaan", legt Van de Bosch uit.
Met het Nederlands team kwam hij dit jaar regelmatig bij elkaar. "Eén van de kinderen maakte hier in Utrecht de eerste overstap in de bocht aan mijn hand. Dat is zó fantastisch. Een week later kwam ze me vertellen dat ze een overstap had gemaakt. Alleen!"
De wedstrijden bij de Special Olympics steken anders in elkaar dan reguliere shorttrackwedstrijden. Alle schaatsers worden ingedeeld in zes klasses. Dat gaat op schaatsniveau en iedere klasse schaatst andere afstanden. "We krijgen straks wedstrijden van 25 meter. Dat kan je je niet voorstellen", aldus Van de Bosch, die geen rijders bij zich heeft in die categorie.
Eén van de meisjes van team Nederland doet twee minuten over 222 meter. "Ze rijdt heel behoedzaam en heeft ongelofelijk veel plezier. Tegen haar zeg ik alleen ‘ik wil dat je zo hard mogelijk schaatst’. Na twee minuten komt ze juichend over de streep", vertelt Van de Bosch.
Per klasse worden schaatsers ingedeeld in groepen van acht op basis van de tijd. Zij schaatsen een halve finale en een finale. Van iedere acht rijders verdienen er dus drie een medaille. "Je kan zomaar winnen, je kan zomaar achtste worden. Dat wordt nog wel wat om de teleurstelling op te vangen", aldus Van de Bosch, in de wetenschap dat zijn schaatsers bij eerdere wedstrijden werden verdeeld in groepen van vier, waarbij iedere schaatser een medaille verdiende.
Voor de hoofdcoach wordt het scherp opletten tijdens het toernooi. Tijdens de races mogen zijn schaatsers niet meer dan vijftien procent afwijken van de vooraf opgegeven tijd. "Als het verschil in tijd te groot is, dan krijg je een diskwalificatie", legt Van de Bosch uit. Hij dient dan onmiddellijk protest aan te tekenen, de reden uit te leggen en te vertellen of hij vindt dat zijn schaatser in dezelfde groep moet blijven of een groep omhoog of omlaag moet worden geplaatst.
"Als iemand valt, maar de tijd wel kan rijden, dan wil je die in de groep houden. Maar het kan ook zijn dat je een schaatser hebt, die zo onder de indruk is van alles dat hij voor geen meter rijdt. Dan kan hij worden ingedeeld op basis van de gereden tijd."
In Korea zal hij, samen met twee andere begeleiders, continu met de groep bezig zijn. Van het opstaan tot het naar bed gaan. Van het schaatsen aantrekken, tot op tijd op het ijs staan. De ene rijder heeft meer begeleiding nodig dan de ander. "De één is bijna zelfstandig, de ander moet je alleen vertellen wat we vandaag gaan doen. Niet morgen, dat is te verwarrend."
Van de Bosch geniet van het werken met deze groep. "Het gaat economisch gezien minder in Nederland. Het valt niet mee om sponsoren te vinden. Praat je over deze groep, dan vliegen de deuren open", weet Van de Bosch uit ervaring. Hij kreeg zijn eigen werkgever, Strukton, zover om de schaatsgroep te ondersteunen. "Die betrokkenheid is dan zo groot. De directeur kwam zelf de helmen uitreiken."
Van 29 tot en met 5 februari worden de Special Olympics World Winter Games georganiseerd in Pyeongchang. 2300 sporters met een verstandelijke handicap uit 127 landen nemen deel. Team Nederland bestaat uit 21 sporters die deelnemen aan langlaufen, skiën en shorttrack. Het schaatsteam bestaat uit tien rijders.