Veredelde oefenwedstrijden, zo zien Daria Danilova en Michel Tsiba de reeks competities waar ze nu aan deelnemen. Het kunstschaatspaar is het seizoen extra vroeg begonnen om straks in Milaan te kunnen schitteren.
173,89. Dat getal speelt een sleutelrol in de eerste helft van dit kunstschaatsseizoen voor Danilova en Tsiba. Willen zij als eerste Nederlandse paar deelnemen aan de Olympische Winterspelen in Milaan, moeten ze op een door henzelf aangewezen wedstrijd dit puntentotaal scoren. Ze krijgen daarvoor twee kansen. Die extra eis van NOC*NSF is opgelegd omdat ze op het WK wel voldaan hebben aan de internationale voorwaarden (top-16), maar nog niet aan de nationale (top-14).
Maar hoe bepaal je welke wedstrijd je aanwijst voor het halen van deze norm? Die puzzel hebben Danilova en Tsiba nog niet gelegd. Afhankelijk van hun vorm selecteren zij een competitie. Twee weken geleden trapten ze het seizoen af in Japan, het land waar ze in november ook de NHK Trophy schaatsen. Daar scoorden ze ‘slechts’ 158,24 punten. Totaal geen reden voor paniek, vertelt Tsiba. “Aan het begin van het seizoen loopt het bij ons altijd stroef, hoe goed we ook zijn voorbereid. Het is niet leuk om dan fouten te maken, maar we blijven positief: het geeft niet, we hoeven nog niet foutloos te zijn. Voor een eerste wedstrijd was dit resultaat oke.”
Tsiba legt uit waarom de opstart meestal moeizaam is. "Door de zenuwen hebben wij altijd stijve benen bij de eerste wedstrijden. Daar probeer je van alles aan te doen, zoals ze te masseren, maar je lichaam schiet in een overlevingsmodus. De enige remedie is vaak starten, zodat je je comfortabeler gaat voelen gedurende de wedstrijden. Daarom willen we er nu zoveel mogelijk rijden, zonder de druk dat het meteen perfect moet zijn.”
Waar ze de grootste winst ten opzichte van andere jaren kunnen boeken is de componentscore, de presentatie. De afgelopen maanden hebben ze daar met twee choreografen hard aan gewerkt. Tijdens het eerste optreden wierp dat gelijk zijn vruchten af. “Gedurende het seizoen groeien we altijd in onze scores. In Japan scoorden we twee weken geleden al even hoog op de componenten als tijdens het WK, terwijl onze programma’s nog niet op het punt zitten waar ze moeten zijn. Dat is positief, we hebben dus een hogere ondergrens dan eerdere jaren. Vanaf hier kunnen we doorbouwen.”
Ook deze week tijdens de Nebelhorn Trophy vragen ze nog niet het uiterste van zichzelf. “In Duitsland rijden we weer nergens voor, het is een veredelde oefenwedstrijd. Schaatsen we clean, is dat mooi meegenomen. Lukt dat niet, is het niet erg. Onze reis gaat verder en we hebben tot eind december om de norm te halen. Het liefst doen we dat wel zo vroeg mogelijk, zodat we ons op de Spelen kunnen focussen.”
Om in de eerste helft van het seizoen al in vorm te geraken, begon het duo dit jaar een maand eerder dan anders. “Dat was een bewuste keuze. Zo hebben we verschillende wedstrijden achter de rug voor we proberen de norm te halen. We voelen dat we op schema liggen en willen nog een stap maken. We hebben vertrouwen in onszelf.”
Na hun optreden in Oberstdorf staat er nog een wedstrijd in Georgië op het programma. In november rijden ze vervolgens de NHK Trophy. “Verder ligt het seizoen nog open. Richting oktober, november bekijken we of we al een wedstrijd kunnen aanwijzen om te gaan voor de norm van 173,89 punten.”
Het tijdschema en de scores van de Nebelhorn Trophy zijn hierte vinden, de livestream hier.
