Dat hij slechts tiende werd op de 500 meter gaf volgens Otterspeer niet weer hoe hij daadwerkelijk had gereden. “Officieel was ik tiende, maar het gat met de rest was te behappen”, oordeelde hij. “Ik reed een heel goede ronde en haalde daar vertrouwen uit voor de 1000 meter.”

Toch viel er wel wat aan te merken op de opening van de eerste afstand. “Ik was te gehaast”, erkende Otterspeer. Ook coach Jac Orie had dat gezien. “Hein verloor veel snelheid in de eerste 150 meter.”

Hoewel sprinters altijd beweren dat er in een sprinttoernooi vier goede afstanden gereden moeten worden, was volgens Orie de matige start op de 500 meter geen belemmering voor het klassement. “Je ziet het vaker in een toernooi: iedereen heeft vaak een mindere afstand. Het gaat er nu om om het daarbij te houden.”

Op de 1000 meter trok Otterspeer zijn 500 meter in ieder geval recht. Hij won de afstand en steeg naar de tweede positie in het klassement. Hij had op die kilometer meer rust in zijn slag dan in de rit ervoor. “Het lijkt dan of ik minder kracht lever, maar het is efficiënter.”

Dat hij de dag matig begon en goed afsloot zorgde voor een brede lach op het gezicht. Met de smaak van de zege kan hij op weg naar zondag. “Dit geeft ontzettend veel vertrouwen. Ik moet morgen zorgen dat ik kalm blijf en het goede gevoel koesteren.”

De leider in het tussenklassement, Pavel Kulizhnikov, leek een stuk minder vrolijk dan de runner-up. Toch heeft hij nog een aardige voorsprong, weet Otterspeer. “Hij kan zich nog wel wat permitteren, maar ik zit hem aardig op de hielen”, zegt hij. “En ik hoop dat hij morgen minstens zo chagrijnig is.”

Op vrijdag was Otterspeer in de training nog ten val gekomen, maar dat hinderde hem in de wedstrijd niet. “Ik heb een paar schaafwonden op mijn rug en blauwe plekken, maar ik laat me goed behandelen. Niets aan de hand.”