Met een brede grijns zocht Crispijn Ariëns de kant op, nadat hij in de finale van de marathon in Winterswijk zijn vijf medevluchters had geklopt. ,,Dit had ik vanochtend niet gedacht’’, verzuchtte hij. ,,Ik dacht sowieso niet aan schaatsen vandaag, had ook geen wekker gezet. Tot ik om acht uur zag dat onze coach Roy Boeve al om zes uur een berichtje had gestuurd.’’
Dat betekende een streep door alle plannen nadat hij de dag ervoor al met het gezin op pad was geweest. ,,We gingen naar Toverland. Hartstikke leuk, lekkere dag. Maar we waren wel laat thuis. En vandaag zouden we brunchen bij mijn schoonouders.’’ Ariëns becijferde dat hij dat nog wel kon meepakken. ,,Maar ik word altijd wat onrustig als er een koers aankomt. Dan treedt er een soort automatisch schema in werking met alle dingen die ik op een wedstrijddag moet doen. Dat was nu ook zo. Dan denk ik aan alles wat ik nog moet doen. Schaatsen slijpen, fietsen. Dus ik zat te wiebelen op mijn stoel en om kwart over twaalf heb ik gezegd ‘ik ga’. Geen brunch.’’
Op de fiets voelde Ariëns al wel dat hij goede benen had. ,,Het voelde lekker, maar dat zegt niets. Dit zijn lastige koersjes.’’ Maar wel koersjes waar hij altijd zin in heeft. Ariëns beseft als geen ander dat marathonschaatsers er staan als het natuurijs roept. ,,Dat is ook de charme van onze sport, van deze wedstrijden. Zo hoort het, en dat weten we ook. En die zijn wat mij betreft de leukste wedstrijdjes. De gezelligheid, de sfeer die rond de baan hangt. Ik kan daar nog steeds van genieten.’’
Dat deed Ariëns ook in de wedstrijd op het inmiddels rondom door toeschouwers omzoomde ovaaltje. Tijdens de koers merkte hij dat zijn benen misschien zelfs wel wat beter waren dan gedacht. ,,Ik zat twee keer in een groep die veel ruimte kreeg en kon redelijk makkelijk volgen. Het was fijn te merken dat ik elke keer kon herstellen als ik erachter zit.’’ Hij zat ook in de uiteindelijke kopgroep, die snel ruimte kreeg. ,,Christian Haasjes reed echt heel hard door en zijn ploeg haalde ons vervolgens op. Ik hoefde amper kopwerk te doen en kwam zo goed en ook wel wat goedkoop rond.’’
De finale was voor hem op maar gesneden. ,,Ik heb weinig aan een finale waarin het hollen of stilstaan is. Dan ben ik halverwege wel klaar. Maar als het helemaal op snelheid is, dan is het prima. En dat gebeurde nu.’’ Toch had hij niet de minste om mee af te rekenen. De jongste Haasjes leek immers de grote favoriet. ,,Dat was de man waarmee ik de meeste rekening hield. En een aanval Jordy Harink. Als die eenmaal weg is, wordt het ook echt pittig. Maar nu verliep het voor mij ideaal. Iedereen zat met de neus in de wind, en tja, dan kan ik het spelletje wel spelen.’’
Hij hield Klaas Poortinga en Christian Haasjes achter zich om zo in de herfst van zijn loopbaan nog een primeur te beleven. ,,Ik heb dit soort koersen nooit gewonnen. Vaak tweede, vaak derde, nooit winst. En nu wel. Dit beschouw ik als een heel mooi cadeautje, als een beloning voor het harde werk van de afgelopen twee jaar om terug te komen van mijn beenbreuk.’’ Ariëns kende zo zijn twijfels na die val op skeelers. ,,Het eerste wat door je heen gaat is dat je carrière klaar is, en niet op een manier waarop je wilt afsluiten. Daarna komt de vraag of je nog ooit je oude niveau gaat halen. Maar de twee derde plaatsen op natuurijs in Zweden gaven mij echt motivatie. Ik had toen ook al verlengd bij Reggeborgh, omdat ik het spelletje mooi vind en dit nog steeds met heel veel plezier doe. Ik vind het ook nog steeds mooi onderdeel te zijn van het team, om het met elkaar te doen en veel voor elkaar over te hebben. Ik kan net zo genieten van de winst van een ploeggenoot als van een eigen zege. De laatste weken merk ik dat het echt weer de goede kant op gaat, dat ik mijn eigen niveau weer haal. En dan kan ik dus ook nog gewoon een wedstrijd winnen. Dat is natuurlijk geweldig.’’
Dat hij de beste kon zijn in die altijd interessante eerste marathon op natuurijs, doet Ariëns extra goed. ,,Omdat ik dit echt beschouw als een hoofdprijs. Deze telt echt. Heb je de camera’s gezien langs de kant? Als je het ijs opstapt, staat daar RTL Nieuws. Stap je het ijs af, dan staat daar de NOS. Dat heb je niet in pak ’m beet Den Haag. We moeten als sport blij zijn dat we nog steeds deze gekte kunnen losmaken. Al die publiciteit is heel mooi zolang er geen écht natuurijs is.’’
Maar of dát er nog eens komt? Ariëns is heel stellig. ,,Zoals het tegenwoordig extreem warm kan zijn, kan het ook best extreem koud worden. En we hebben niet veel nodig hè. Een weekje kan ons al heel veel brengen.’’