Hij is een smaakmaker en tegelijk een luis in de pels van de grootmachten. Frank Vreugdenhil is misschien niet de snelste rijder van het peloton, maar zeker wel één van de slimste. Zo pakt hij elk jaar wel een paar zeges mee. Deze winter weet Vreugdenhil zich bovendien nog omringd door een sterke formatie.
We hebben Frank Vreugdenhil in de afgelopen zomer niet zo vaak op wieltjes gezien. De Drent, die vandaag zijn 32e verjaardag viert, is niet zo’n racer op skates als de andere mannen in zijn team wel zijn. "Ik heb wel wat gereden hoor. Hallum onder andere. En in het voorjaar heb ik nog wat koersjes gefietst, maar op een gegeven moment wordt het lastig te combineren. Ik vind de trainingen belangrijker om een goede basis te leggen.’’
En Vreugdenhil zit ook nog met werk. Het familiebedrijf, de tuinplantenkwekerij in Eldersloo, wordt steeds drukker. "Mijn vader en broertje doen daar in principe het meeste als het aankomt op het leiden van het bedrijf, maar ik moet ook vaker mijn verantwoordelijkheid nemen. Dat is geen reden om in de zomer minder te doen. Het gaat tussen het schaatsen door, zo moet je het echt zien. Wordt het andersom, dan merk ik dat meteen in mijn niveau. Dat kan dus eigenlijk niet,’’
Vreugdenhil houdt een mooie traditie hoog in het marathonpeloton, waar steevast de tuinders het goed deden. Mannen als Jos Niesten en Bert Verduin, nuchtere kerels met sterke lijven, die wisten wat marathonschaatsen was. Frank Vreugdenhil is uit hetzelfde hout gesneden. "Dat denk ik wel, ja’’, beaamt hij. "Het is toch altijd fysiek werk, altijd buiten bezig. Dat zie ik echt als een voordeel. Mijn lichaam is gewend iets te doen. Bepaalde trainingen laat ik misschien soms schieten, maar ondertussen ben ik op het werk ook actief bezig. Dat zie ik soms ook als trainen. En ik heb een sterk lijf, klopt. Ik ben gewend te werken. Als kind groei je mee op binnen het bedrijf. Voor mijn gevoel begon ik net zo vroeg met werken als met schaatsen.’’
Bij de formatie van Okay Fashion & Jeans is hij een routinier in een vrijwel nieuwe ploeg. Vreugdenhil schiet in de lach. "Dat is het bijna elk jaar’’, zegt hij treffend. "In de huidige situatie klopt dat van die routinier wel, maar qua ervaring hebben we zeker een stap gemaakt. Met het aantrekken van Ingmar Berga en Crispijn Ariëns hebben we kwalitatief een betere ploeg, met mensen die wedstrijden hebben gewonnen. Daar ontbrak het de laatste jaren een beetje aan. Op papier voorspelt dat veel goeds.’’
De komst van Berga en Ariëns is een gevolg van de keuze die teammanager en sponsor Edward van Dijk maakte. Van Dijk wilde weer een goed team bouwen of stoppen. Het werd het eerste. "Die wil was er in andere jaren ook, maar dat lag financieel wat lastiger’’, weet Vreugdenhil. "Nu kon dat wel en zijn we er ook nog in geslaagd die mensen bij elkaar te krijgen. We hadden het al heel vroeg goed voor elkaar. Dan kun je gaan bouwen aan een team.’’
Dat laatste is bij Pascal Vergeer in goede handen. Vreugdenhil weet dat als geen ander. Eerder werkte hij al bij Telstar samen met Vergeer, die nu Ron Neymann opvolgt. "De constructie met ook Peter de Vries als aparte ploegleider is nieuw, maar het werken met Pascal Vergeer is dat voor mij zeker niet. En die eerste periode was niet zonder succes, dus ik was zeker niet tegen zijn komst, haha.’’
Hij geniet met ook nog sterke mannen als Marcel van Ham en Robert Bovenhuis om hem heen. "Je merkt dat er meer drive zit in de trainingen, dat je een stapje extra moet doen om mee te kunnen. Ik ook, en da’s prima. Andere jaren was ik degene die in de training de kar moest trekken. Nu moet ik ook alles geven en daar word ik alleen maar beter van.’’ De wedstrijden worden ook anders. Waar voorheen alleen naar Vreugdenhil werd gekeken, heeft het team nu meer ijzers in het vuur. "We hebben meerdere mogelijkheden om de wedstrijden te bepalen. Nu we in de breedte meer kwaliteit hebben, kunnen we ook meer een rol spelen in de races.’’
Vreugdenhil is nieuwsgierig, kijkt reikhalzend uit naar die eerste krachtmeting met de andere grote blokken AB Vakwerk en Clafis, zaterdag in Amsterdam. "De eerste is altijd één van de belangrijkste van het jaar, voor iedereen. Als ploeg willen we gelijk laten zien wat we kunnen. We moeten er meteen staan.’’